persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel 
Aan het eind van de les kan ik het verschil tussen een persoonlijk voornaamwoord en een bezittelijk voornaamwoord herkennen.

Slide 2 - Diapositive

Programma 
1. Voorkennis activeren en inloggen in LessonUp
2. Uitleg
3. Theorie toepassen in LessonUp
4. Opdrachten op papier maken
5. Nakijken
6. Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Zijn de onderstaande woordjes persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden?
Sleep elk woord hieronder naar het goede antwoord.

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
hen
ik
jij
jou
jouw
mijn
onze
wij
uw
zijn

Slide 4 - Question de remorquage

Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijke voornaamwoorden zijn woorden die we gebruiken om naar mensen of dingen te verwijzen zonder hun naam te noemen. Ze helpen ons om zinnen korter en duidelijker te maken.
- Ik, jij, hij, u, wij, jullie, zij


Zij gaan in februari trouwen.



Slide 5 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat iets een bezit is van iemand of iets.
- Mijn, jouw, zijn, haar, uw, ons, jullie, hun

Zij gaan in februari trouwen. Het is hun bruiloft. 

Slide 6 - Diapositive

Hij=? Zijn = ? 

Slide 7 - Diapositive

Veelvoorkomende fouten
1. ''me'' is geen bezittelijk voornaamwoord
Dat mag niet van mijn vader. 




2. '' jou'' is een persoonlijk voornaamwoord, terwijl ''jouw'' een bezittelijk voornaamwoord is.                              ''Dat is jouw tas.'' En ''De tas  is van jou.'' 


Slide 8 - Diapositive

Is 'mij' een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Jorn zegt: 'Die oortjes zijn van mij!'
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

Is ‘ik’ een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Ga je ook naar zijn feestje? 
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Je hebt ons niets verteld.
  
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 12 - Quiz

Is ‘jouw’ een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

Opdrachten maken (+/- 8 min)
- Begrijp je het persoonlijk voornaamwoord en het bezittelijk voornaamwoord?                                                          maak dan de verdiepingsopdrachten
- Vind je het persoonlijk voornaamwoord en het bezittelijk voornaamwoord lastig? 
                maak dan de basisopdrachten 


- Je mag overleggen met je buur
- Je mag op het papier schrijven
- Vraag en/of snel klaar? Steek je hand op

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Aan het eind van de les kan ik het verschil tussen een persoonlijk voornaamwoord en een bezittelijk voornaamwoord herkennen in zinnen. --> Wat ging goed en wat kan beter? Algemene feedback?

Slide 16 - Question ouverte