Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhaling grammatica + voornaamwoorden
Herhaling grammatica + voornaamwoorden
Lesdoel
Weet je nog?
Zelfstandig werken
Tot straks!
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
80 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhaling grammatica + voornaamwoorden
Lesdoel
Weet je nog?
Zelfstandig werken
Tot straks!
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Aan het einde van de les heb je de grammatica van blok 4 herhaald.
Aan het einde van de les ken je het vragend voornaamwoord en herken je deze in zinnen.
Slide 2 - Diapositive
Weet je nog?!
We gaan beginnen met het herhalen van de theorie. De volgende onderdelen komen terug:
- hoofdzin en bijzin
- enkelvoudig- en samengestelde zin
- zinsontleding
- nevenschikkend- en onderschikkend voegwoord
Slide 3 - Diapositive
Ontleed de zin t/m bvb:
Die vrouw betaalde mijn zus een flink bedrag voor haar oude schoenen.
Slide 4 - Question ouverte
Maak een zin met de volgende zinsdelen:
ond / wwg / mv / lv / bwb
Slide 5 - Question ouverte
Wat is/zijn de persoonsvorm(en)?
Nadat we gegeten hadden, gingen we een potje voetballen.
A
hadden, gingen
B
gegeten
C
we, voetballen
D
gingen, gegeten
Slide 6 - Quiz
Mijn moeder lust geen koffie als er geen melk in zit.
A
samengesteld
B
niet samengesteld
Slide 7 - Quiz
Met behulp van een grote hijskraan werd het dak op het huis geplaatst.
A
samengesteld
B
niet samengesteld
Slide 8 - Quiz
Mijn broer deed mee aan een gametoernooi en hij heeft gewonnen!
A
HZ + HZ
B
BZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ
Slide 9 - Quiz
Nadat de docent de stof had uitgelegd, moesten we de opdrachten gaan maken.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ
Slide 10 - Quiz
Bedenk nu zelf een zin met een nevenschikkend voegwoord.
Slide 11 - Question ouverte
Vragend voornaamwoord
Vragende voornaamwoorden staan meestal aan het begin van een vraag (soms ook midden in de zin).
Vragende voornaamwoorden:
wie, wat, welke, wat voor (een)
Slide 12 - Diapositive
Welke opdrachten moeten we na de uitleg maken?
A
we
B
maken
C
opdrachten
D
welke
Slide 13 - Quiz
Maak nu zelf een zin met een vragend voornaamwoord.
Slide 14 - Question ouverte
Sleep de woorden in het juiste vak
Vragend voornaamwoorden
Geen vragend voornaamwoord
Wie
Wat
Waar
Hoe
Welke
Wat voor
Wanneer
Slide 15 - Question de remorquage
Wat ga je doen?
Maak opdr. 7
Zelfstandig
Stilte
Vragen? Steek je vinger op
Klaar? Lees 'aanwijzend voornaamwoord' door op blz. 248
Online: 5.8 woordsoortbenoeming - aanwijzend voornaamwoord
Slide 16 - Diapositive
Voornaamwoorden
Nakijken opdr. 7
Instructie
Zelfstandig werken
Nakijken
Weekend!!
Slide 17 - Diapositive
Wat is het aanwijzend voornaamwoord:
Slide 18 - Question ouverte
Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord wijst iets of iemand aan.
De aanwijzende voornaamwoorden zijn:
deze, dit, die
en
dat
Voorbeeld:
Kijk, zie je
dat
broodje?
Slide 19 - Diapositive
Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord
A
Zulke
B
Daar
C
Dit
D
Deze
Slide 20 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin:
A
deze
B
hetzelfde
C
die
D
deze, die
Slide 21 - Quiz
Wat en wie zijn betrekkelijke voornaamwoorden. Wat kunnen ze nog meer zijn?
Slide 22 - Question ouverte
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijke voornaamwoorden zijn voornaamwoorden die verwijzen naar iets of iemand die of dat eerder in de zin als is genoemd.
De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
die, dat, wat wie
Voorbeeld:
Het leukste
wat
ik in de vakantie heb gedaan is logeren.
Slide 23 - Diapositive
Wat is een zin met een betrekkelijk voornaamwoord?
A
Die jongen daar is mijn neefje.
B
De jongen, die daar loopt, is mijn neefje
C
Hoe heet die jongen?
D
Dat jongetje is mijn neefje.
Slide 24 - Quiz
Maak een zin met een betrekkelijk voornaamwoord.
Slide 25 - Question ouverte
Wat ga je doen?!
Maak opdr. 8 t/m 10
Zelfstandig
Stilte (oortjes toegestaan)
Vragen? Steek je vinger op
Klaar? Maak opdr. 12
Niet af? Huiswerk voor volgende week
Slide 26 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
14-1 Blok 5 Grammatica Vr aanw betr onbep vnw
Avril 2020
- Leçon avec
45 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Online les 02 - Herhaling woordsoorten A4 en A5
Décembre 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica - vmbo - Blok 4
Février 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3,4
Herhaling woordsoorten TL2
Juin 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
5.14 betrekkelijk voornaamwoord
Décembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Voegwoord; lastige gevallen
Octobre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2h week 10-2
Mars 2019
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
5.14 betrekkelijk voornaamwoord
Décembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2