10.2 Aanloop naar de tijden van de infinitief

10.2 Aanloop naar de tijden van de infinitief
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnSecundair onderwijs

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

10.2 Aanloop naar de tijden van de infinitief

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je als er een praesensstam gebruikt is?
A
onvoltooid tegenwoordige tijd
B
actieve of passieve tegenwoordige tijd
C
actieve onvoltooide tijd
D
actieve of passieve onvoltooide tijd

Slide 2 - Quiz

Wat weet je als er een perfectumstam gebruikt is?
A
actieve of passieve voltooide tijd
B
actieve of passieve verleden tijd
C
actieve voltooide tijd
D
passieve voltooide tijd

Slide 3 - Quiz

Wat weet je als er een participium perfectum gebruikt is?
A
passieve voltooide tijd
B
passieve verleden tijd
C
actieve of passieve voltooide tijd
D
voltooid verleden tijd

Slide 4 - Quiz

De infinitief bestaat in dezelfde tijden als het participium. Welke? Schrijf ze voluit en onder elkaar.

Slide 5 - Question ouverte

praesensstam
perfectumstam
participium perfectum
A inf. praes.
P inf. praes.
A inf. perf.
P inf. perf.

Slide 6 - Question de remorquage

Welke vorm en tijd is monuisse?
Gebruik afkortingen maar geen punt.

Slide 7 - Question ouverte

Welke vorm en tijd is amari?

Slide 8 - Question ouverte

Welke vorm en tijd is auditum esse?

Slide 9 - Question ouverte

moniturus esse
A
P inf. praes.
B
A inf. perf.
C
P inf.perf.
D
A inf. fut.

Slide 10 - Quiz