gedichten

Poëzieweek
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Poëzieweek

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Slide 3 - Diapositive

Wat weet jij al van poëzie?

Slide 4 - Carte mentale

Moet poëzie altijd rijmen?
Leg je antwoord uit.

Slide 5 - Carte mentale

Doel van de les: 
Aan het eind van deze les weet je veel meer over gedichten. Je kunt vertellen waar een gedicht over gaat en je kunt zelf een gedicht maken.


Slide 6 - Diapositive



Twee slakken waren al sinds jaren 
op weg van Groningen naar Haren. 
Ten slotte kwam geheel ontdaan 
de oudste aan het eindpunt aan. 
Hij slikte en sprak diep bewogen:
‘Mijn broer is uit de bocht gevlogen.’

Slide 7 - Diapositive



Twee slakken waren al sinds jaren 
op weg van Groningen naar Haren. 
Ten slotte kwam geheel ontdaan 
de oudste aan het eindpunt aan. 
Hij slikte en sprak diep bewogen:
‘Mijn broer is uit de bocht gevlogen.’


* waarom is de oudste slak ontdaan?

* wanneer vlieg je uit de bocht?

* wat is het grapje in dit gedicht?

Slide 8 - Diapositive

Lees het gedicht '24 rollen'

Slide 9 - Diapositive

over welk gevoel gaat
'24 rollen'?
A
blijdschap
B
schaamte
C
boosheid
D
verdriet

Slide 10 - Quiz

Aan welk zinnetje kun je zien dat '24 rollen' over schaamte gaat?

Slide 11 - Question ouverte

Lees het gedicht 'Stil'

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent
'tegen regen kun je schuilen'?

Slide 13 - Question ouverte

Waartegen kan de ik-persoon niet schuilen?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is er gebeurd met het hondje van de ik-persoon?
A
Verdronken in de regen
B
Meegenomen in de bakkersauto
C
Overreden door de bakkersauto
D
Weggelopen

Slide 15 - Quiz

Waarom zegt de dichter dat niet gewoon?

Slide 16 - Carte mentale

Lees het gedicht 'wieg'

Slide 17 - Diapositive

Aan welke woorden zie je dat dit gedicht over 'geboorte' gaat?

Slide 18 - Question ouverte

Aan de slag!

Je maakt een
  • stiftgedicht of een
  • knipselgedicht

Slide 19 - Diapositive

Stiftgedicht

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Hoe maak je een stiftgedicht?
  • Je neemt een krant, tijdschrift, boek, of een andere tekst en een zwarte dikke stift en een liniaal.
  • Vervolgens lees je de tekst en pik je er hier en daar woorden uit die bij elkaar gaan horen,  je maakt een gedicht.
  • Die woorden laat je wit, de rest van de tekst maak je zwart.
  • Zo verschijnt er uit de oorspronkelijke tekst jouw gedicht.
  • Je kunt nog verder gaan en proberen te spelen met de vorm die verschijnt, of de vorm als uitgangspunt te nemen.
  • Plak jouw gedicht op een vel papier (A4 of A3) en maak er een mooi kunstwerk van.



Slide 23 - Diapositive

knipselgedicht:

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Hoe maak je een KNIPSELGEDICHT? 
1. Bedenk waar je gedicht over gaat.
2. Knip losse woorden uit tijdschrift, krant of reclamefolder.
3. Maak van de losse woorden een gedicht.
4. Plak dit op een A3 of A4 papier en maak er een mooi kunstwerk van.

Slide 26 - Diapositive