‹Revenir à la recherche

20240130

Dinsdag 30 januari
Goedemorgen, fijn dat je er bent!

Pak je leesboek en ga stil lezen.
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Dinsdag 30 januari
Goedemorgen, fijn dat je er bent!

Pak je leesboek en ga stil lezen.

Slide 1 - Diapositive

20231204
08:30
Rekenen
09:30
Spelling
10:00
Pauze
10:30
Unit
11:45
Lezen
12:00
Pauze
12:45
Begrijpend lezen
13:30
Gym
14:30
Naar huis
Dinsdag 30 januari

Slide 2 - Diapositive

10 - 0,602 = .......

Laat je berekening zien!

Slide 3 - Diapositive

Welke breuk hoort bij 
40 van de 200?

Vereenvoudig zo ver mogelijk!

Slide 4 - Diapositive

Welke breuk hoort bij 
40 van de 200?

Vereenvoudig zo ver mogelijk!
Hoeveel meisjes spelen muziek?

Slide 5 - Diapositive

Welke breuk hoort bij 
40 van de 200?

Vereenvoudig zo ver mogelijk!
Bij welke hobby zijn er 2 meisjes meer dan jongens?

Slide 6 - Diapositive

Welke breuk hoort bij 
40 van de 200?

Vereenvoudig zo ver mogelijk!
Hoeveel kinderen houden er totaal van buitenspelen?

Slide 7 - Diapositive

  1. Rekensprint
  2. Sommen van het bord
  3. Sommen van het blad

Let op: 
als we goed stil werken heb ik een quiz voor jullie aan het einde van de les.

Slide 8 - Diapositive



In de drukste maand bezochten ongeveer 50000 toeristen Utrecht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz



In de rustigste maand bezochten ongeveer 15000 toeristen Utrecht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz


In de zomermaanden kwamen niet meer dan ongeveer 30000 toeristen per maand naar Utrecht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz


In de maanden november en december kwamen in totaal ongeveer 40000 toeristen naar Utrecht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz


Wat is ongeveer het verschil tussen de maanden januari en april?


A
10000
B
40000
C
20000
D
30000

Slide 13 - Quiz


Wat is ongeveer het verschil tussen de maanden januari en april?


A
10000
B
40000
C
20000
D
30000

Slide 14 - Quiz



Wat is het verschil tussen het drukste en het minst drukke uur?

A
9.098
B
7.027
C
4.558
D
2.071

Slide 15 - Quiz



Wat is het verschil tussen het drukste en het minst drukke uur?

A
9.098
B
7.027
C
4.558
D
2.071

Slide 16 - Quiz

Spelling
Pak je spellingschrift en en potlood

Slide 17 - Diapositive

Koninkje
Woorden die op een klinker eindigen
Woorden die op -ing eindigen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Kenmerken van een gedicht

Slide 20 - Diapositive

Twee slakken waren al sinds jaren
op weg van Groningen naar Haren.
Ten slotte kwam geheel ontdaan
de oudste aan het eindpunt aan.
Hij slikte en sprak diep bewogen:
'Mijn broer is uit de bocht gevlogen.'
Kees Stip, 1966
Op twee slakken

Slide 21 - Diapositive

Twee slakken waren al sinds jaren
op weg van Groningen naar Haren.
Ten slotte kwam geheel ontdaan
de oudste aan het eindpunt aan.
Hij slikte en sprak diep bewogen:
'Mijn broer is uit de bocht gevlogen.'
Kees Stip, 1966
Op twee slakken

Slide 22 - Diapositive

Twee slakken waren al sinds jaren
op weg van Groningen naar Haren.
Ten slotte kwam geheel ontdaan
de oudste aan het eindpunt aan.
Hij slikte en sprak diep bewogen:
'Mijn broer is uit de bocht gevlogen.'
Kees Stip, 1966
Op twee slakken
A
A
B
B
C
C
Rijmschema: AABBCC (gepaard rijm)

Slide 23 - Diapositive

Laatst vroeg ik aan een hommel:
‘Waar gaat gij heen met spoed?’
Ze zei: ‘Ik ga naar Zaltbommel.’
Ik dacht: ‘Wat rijmt dat goed.’

Toen riep een tweede hommel:
‘en ik moet naar het Gooi.’
Ik dacht: ‘wel-voor-de-drommel
Ook dát rijmt wederom mooi.’
Toon Hermans, 1989
Hommelrijm

Slide 24 - Diapositive

Laatst vroeg ik aan een hommel:
‘Waar gaat gij heen met spoed?’
Ze zei: ‘Ik ga naar Zaltbommel.’
Ik dacht: ‘Wat rijmt dat goed.’

Toen riep een tweede hommel:
‘en ik moet naar het Gooi.’
Ik dacht: ‘wel-voor-de-drommel
Ook dát rijmt wederom mooi.’
Toon Hermans, 1989
Hommelrijm
A
B
A
B
Rijmschema: ABAB (gekruist rijm)

Slide 25 - Diapositive

Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
J.C. Bloem, 1946
De Dapperstraat

Slide 26 - Diapositive

Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
J.C. Bloem, 1946
De Dapperstraat
A
B
B
A
Rijmschema: ABBA (omarmend rijm)

Slide 27 - Diapositive

Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.

Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hoge staat.

Dit heb ik bij mijzelve overdacht,
Verregend, op een miezerige morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
J.C. Bloem, 1946
De Dapperstraat

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

A
B
C
B
Rijmschema: ABCB (gebroken rijm)

Slide 30 - Diapositive

Grafschrift
Hier ligt Poot
hij is dood.
Aart Veder, 1858

Slide 31 - Diapositive

Grafschrift
Hier ligt Poot
hij is dood.
Aart Veder, 1858

Slide 32 - Diapositive

Lekker wonen (fragment)
Een broodje kaas, een nieuwe broek,
frambozenjam, een spannend boek.
Drie flesjes sap, twee stukjes zeep,
een dikke chocoladereep.
Bette Westera, 2017

Slide 33 - Diapositive

Lekker wonen (fragment)
Een broodje kaas, een nieuwe broek,
frambozenjam, een spannend boek.
Drie flesjes sap, twee stukjes zeep,
een dikke chocoladereep.
Bette Westera, 2017
Een kaasbroodje, dertien nieuwe broeken,

Slide 34 - Diapositive

Paul van Ostaijen, 1920

Slide 35 - Diapositive

Een schrijver van poëzie (dichter) doet zijn best om een tekst zo mooi, treffend of origineel mogelijk te maken. 

metrum / rijm / de opmaak / herhalingen / beeldspraak

In een poëtische tekst probeert een dichter zoveel mogelijk te zeggen met zo weinig mogelijk woorden. Over elk woord in een gedicht is dus goed nagedacht.
Poëzie
Wikikids

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

In de vensterbank bloeien de sterren
bij de voordeur groeit zeldzaam geluk
Nachten glanzen als zwarte parels
dagen glinsteren als golven in de zon
De wereld wordt een huis met open ramen
wolken zweven naar binnen en buiten
Geen land hoeft ooit nog op slot
er zijn kamers voor alle seizoenen
De wereld wordt je huis
Jos van Hest, 2017

Slide 38 - Diapositive

Ik wou dat ik een slak was
dan kroop ik in mijn huisje weg

een wandelende tak was
onzichtbaar in een kale heg

ik wou dat ik behang was
bij het plafond daar bovenaan

maar liever nog niet bang was
om dadelijk voor de klas te staan.
Voor de klas
Bas Rompa, 1989
Gevoel

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Plus de leçons comme celle-ci

2hv poëzieproject

- Leçon avec 16 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

H5V6_poezielessenserie

- Leçon avec 34 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Poëzie klas 1 en 2 Lessenserie PvdK

- Leçon avec 16 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

1.9 Poezie Les 1

- Leçon avec 22 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Poëzie & Fictie

- Leçon avec 14 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Poëzie les 2

- Leçon avec 11 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Les 1 Gedichten, soorten eindrijm, rijmschema's, sonnet

- Leçon avec 23 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

H5V6_poezielessenserie

- Leçon avec 34 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6