Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Welk woord is juist geschreven?
A
kertsmis
B
kerstmis
C
kesrtmis
D
kresmist
Slide 2 - Quiz
kerstmis
Slide 3 - Carte mentale
welke woorden kun je maken van het woord kerstboom. let op! je mag de letters maar een keer gebruiken!
Slide 4 - Question ouverte
Maak het liedje af " stille nacht, .............
A
drukke nacht
B
veilige nacht
C
heilige nacht
D
net wat ik dacht
Slide 5 - Quiz
Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Engels?
A
Yo! Hoho!
B
Feliz Navidad
C
Happy kerstmis
D
Merry Christmas
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Vidéo
hoeveel kerstkoekjes lagen er op het schoteltje?
A
1
B
4
C
3
D
2
Slide 8 - Quiz
Piet en Jan versieren de boom. Ze hangen precies 19 kerststallen in de boom, maar er vallen er 6 stuk. Piet heeft gelukkig nog 3 reserve ballen die hij in de boom hangt. Hoeveel kerstballen hangen er nu in de boom?
Slide 9 - Question ouverte
welke kerstliedjes kennen jullie?
Slide 10 - Carte mentale
Wat rijmt er allemaal op het woord rendier?
Slide 11 - Question ouverte
het bedje van stro waar Jezus in ligt noem je een...........