3V 17.Stunde

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

 Deutsch macht Spaß

Datum Toetsen Periode 2

Leestoets (2x): 10/1 (Freitag)

SO- K3 (2x): 24/1 (Freitag)

PW- K3 (4x): 14/2 (Freitag)

Toetsweek:  Begin 4/3 ( Mittwoch)

Herhaling Toets: Woordenschat + Gr: K1- K3 (4x):

Lernziel

• je  kent de  naamvallen en je kan ze toepassen

Programm

• Wiederholung Grammatik
• Studiewijzer Periode 2 besprechen/ austeilen ( evet. Magister)
• Aufgaben machen
• Sint- Naamvallen-Bingo
• HA

Fragen

• 1. Voorzetsel / werkwoorden: 3e naamval
• 2. Voorzetsel / werkwoorden: 4e naamval
• 3. Bezittelijke vnw: mijn, zijn, jullie,....
• 4. 4e nv : jullie ouders
• 5. met zijn broer
• 6. ik geloof ( glauben) jullie vrienden niet

Studiewijzer/ Aufgaben

K3: L1: S. 113/ Nr. 3,4 ( Video)6,7....... (zelfstandig)

8 bis 11 ( Grammatik: naamvallen) klassikaal

Zeit: 

Sint- Bingo

Notiere: 

van 1e /3e /4 naamval uitgangen:

lidwoorden ( der, die, das, dem, den,.ein, einem....)

!!!Wer als eerste Bingo hat, gewinnt eine Bonuskarte!!!

Bingo - Sätze

1. Ich gehe mit ( de) Mutter (v.)  ins Kino.

2.Wo ist hier ( een) Café (o.)

3. Die Eltern schicken ( een) Lehrer ( m.) einen Brief.

4. Wie heißt (de) Bruder (m.)?

5. Ich kenne ( de) Mann (m.)

6. Seht ihr (de) Lehrer (mv.)?

7. Aus ( het ) Haus (o.) geht ein Fremder hinaus.

Bingo- Sätze

8. Hast du ( een) Bleistift (m.) für mich?

9. Die Hose passt ( de ) Freunden( mv.) nicht.

10. Ich gehe heute zu ( een) Freundin( v.).

11. Seit ( een) Jahr(o.) habe ich einen Roller.

12.Ich werde später ( een) Pilot(m.).

13. Hast du auch (een) Katze(v.)?

14. ( een) unbekannte Frau starrt uns an.

Bingo-Sätze

15. Hast du (geen) Gewschwister (mv.)?

16.  Ich habe gestern (een ) spannendes Buch (o.) gelesen.

17. Wo bleiben ( de) Kinder (mv.)?

18.  Ist (de ) Kleid ( o.)  neu?

19. Ich habe nichts von ( een) neuen Stundenplan (m.)

20. ( de ) alte Frau (v.) wohnt neben uns.

21. Wir können ohne ( de )  Eintrittskarte (v.) nicht rein.

Sint-Bingo

22. Wir spielen heute gegen (het ) rote Team (o.).

23. Diese Jugendlichen sind( geen) Schüler (mv.) von dieser Schule.

24. Ich gebe ( geen) Fremden ( mv.) meine Telefonnummer.

Hausaufgabe

Lernen:

• K3: L1+ L2

Machen:

zie studiewijzer

Ergänze

Befehlsform 1- 2 in der du- Form / 3-4 ihr Form / 5-6 Sie Form

1.  anzünden.: ............... das Feuer.....

2. aufstehen:  ...... jetzt von dem Stuhl......

3. denken;............ bitte mit. Was ist die Lösung?

4.  geben:............ eure Arbeitsbücher zur Kontrolle.

5. haben:............. Sie bitte etwas Geduld.

6. reden: .....................Sie bitte etwas langsamer

Lernziel

• je  schrijft een brief over een opgegeven onderwerp

Programm

• Kontrolle K2/L1 -L2 Aufgaben
• Schreibaufgabe machen
• Aufgaben machen : siehe studiewijzer  / MO
• HA : siehe studiewijzer
  

Aufgaben machen

• Schreibaufgabe
• Aufgaben machen: siehe Studiewijzer

Hausaufgabe

Lernen:

• K2: L1+ L2+ L3

Machen:

zie studiewijzer

Kontrollaufgabe

Wie sagt man auf Deutsch:

Mijn hobby is

mijn lievelingskleur is

ik ga naar de havo/ naar het vwo

ik kom vandaan.....

mijn verjaardag is  op....

I

Checkliste:

Ik kan met een studiewijzer werken

Ik ken het grammatica van K2-L1/ L2

Ik ken de woorden van L1- L3

Ik en de RM van L3

Ik kan werkwoorden met de stam -d/-t vervoegen

Ik ken het geslacht van zelfstandige nw + de regels

Spruch des Tages

Weißt du es noch?

• Modalverben + Verben  konjugieren
• Regeln : sollen - müssen
• Befehlsform ( gebiedende wijs)
• 
  

Notiere alles, was du hieruber noch weißt?  ( 2 Minute)

Vergleiche deine Antworten mit dem Nachbar ( 1 Minute)

Ergänze sollen oder müssen

1. Ich habe Zahnschmerzen. Ich ......... zum Zahnarzt.

2. Wir schreiben morgen eine Klassenarbeit. Der Lehrer sagt, dass wir lernen...................

3. Er ist gut in Mathe. ................ er dir mit den Aufgaben helfen.

4.Du ........... im Unterricht besser aufpassen, wenn du noch die Klasse schaffen möchtest.

5. Er ............... früh ins Bett gehen; dann ist er nicht so müde.

Ergänze

houden van- moeten - kunnen- weten -mogen- willen

1. ......... du heute Abend  mit ins Kino?

2. Er .............. nicht mitgehen. Er ......noch für Deutsch lernen.

3. ........... ihr, wann der Hörtest ist?

4. ....................  du Erdbeeren auch so gerne?

5. Du ............. sofort zum Lehrer kommen.

Ergänze

Befehlsform 1- 2 in der du- Form / 3-4 ihr Form / 5-6 Sie Form

1.  anzünden.: ............... das Feuer.....

2. aufstehen:  ...... jetzt von dem Stuhl......

3. denken;............ bitte mit. Was ist die Lösung?

4.  geben:............ eure Arbeitsbücher zur Kontrolle.

5. haben:............. Sie bitte etwas Geduld.

6. reden: .....................Sie bitte etwas langsamer

Lernziel

• je  schrijft een brief over een opgegeven onderwerp

Programm

• Kontrolle K2/L1 -L2 Aufgaben
• Schreibaufgabe machen
• Aufgaben machen : siehe studiewijzer  / MO
• HA : siehe studiewijzer
  

Aufgaben machen

• Schreibaufgabe
• Aufgaben machen: siehe Studiewijzer

Hausaufgabe

Lernen:

• K2: L1+ L2+ L3

Machen:

zie studiewijzer

Kontrollaufgabe

Wie sagt man auf Deutsch:

Mijn hobby is

mijn lievelingskleur is

ik ga naar de havo/ naar het vwo

ik kom vandaan.....

mijn verjaardag is  op....

I

Checkliste:

Ik kan met een studiewijzer werken

Ik ken het grammatica van K2-L1/ L2

Ik ken de woorden van L1- L3

Ik en de RM van L3

Ik kan werkwoorden met de stam -d/-t vervoegen

Ik ken het geslacht van zelfstandige nw + de regels