Praktijkopleiding zorg les 4

Praktijkopleiding zorg les 4
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Praktijkopleiding zorg les 4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma vandaag
Dagopening
Bidden
Recept bespreken: Pasteitje maken --> Roux maken
Koken
Pauze
Theorie: het menselijk lichaam - Spieren, huid, zenuwen en zintuigen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even zen worden...

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagopening
Stelling:

Als je rust nodig hebt ben je lui, saai of zwak

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagopening

1. Hoe kun je voldoende rust nemen?
2. Wat merk je ervan als je voldoende rust neemt?
3. Wat voor effect zou het op anderen kunnen hebben als jij dat doet?

Beantwoord de vragen op je werkblad

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagopening
Wat zegt de Bijbel over rusten?

De HEER is mijn herder,
het ontbreekt mij aan niets.
Hij laat mij rusten in groene weiden
en voert mij naar vredig water.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagopening
Wat zegt de Bijbel over rusten?

Kom allen bij Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, Ik zal jullie rust geven.

In vrede ga ik liggen en meteen slaap ik in,
want U, HEER, laat mij wonen in een vertrouwd en veilig huis.


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagopening
Rusten is niet niets doen. Het is vooral iets anders doen, dingen doen waar je van geniet. Tijd nemen voor elkaar, voor God. Niet alleen maar bezig zijn met wat je wilt of moet doen, maar kijken naar wat je hebt en tevreden zijn. 

Kijk eens wat vaker naar hoe lief de mensen om je heen zijn en hoe mooi de dieren zijn en de natuur.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bidden

Zijn er nog gebedspunten?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Recept: Pasteitjes met ragout

Slide 10 - Diapositive

We oefenen verschillende snijtechnieken, je gaat mengen en iets maken wat er aantrekkelijk uit ziet!

Bij welke beroepen in de zorg moet je fruit snijden? 

Waar moet je op letten bij baby's, kraamvrouwen, kinderen en ouderen? 
Theorie: Wat ga je leren?
Je weet wat spieren zijn en wat ze doen
Je weet wat zintuigen en zenuwen zijn en wat ze doen
Waarom?
Je leert hoe jouw eigen lichaam (en dat van iemand waar je voor zorgt) in elkaar zit en kunt er daardoor goed voor zorgen en je kunt goed uitleggen waar je last van hebt.


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling vorige les
- Waarom hebben we een skelet?
- Wat is een gewricht?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkblad
-Maak op je werkblad opdracht 1
-We bespreken het na


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren
Voor alles heb je spieren nodig, om te rennen, om iets vast te pakken en iemand aan te kijken. Bij al die dingen gebruik je talloze spieren. Elke spier laat een gedeelte van het lichaam bewegen. Wanneer je je onderarm buigt trekt de biceps zich samen.  Als je lacht gebruik je 17 spieren. Je spieren wegen in totaal 40% van je lichaamsgewicht. Je kunt je spieren trainen. Dan groeien ze. Dat doe je in de sportschool. 

Slide 16 - Diapositive

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.
Spieren
Spieren kunnen alleen trekken, niet duwen. Aan ieder bot zitten daarom minimaal twee paar spieren. Het ene paar trekt het bot omhoog, het andere paar trekt het bot weer terug. Zo zit er een spierpaar aan de bovenkant van je bovenarm en een aan de onderkant. Om te kunnen werken hebben spieren zuurstof nodig en heel veel energie. Die energie halen ze uit het voedsel.

Slide 17 - Diapositive

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.
Spieren
Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kan je lichaam door bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

je spieren zitten vast aan je skelet met
A
pezen
B
spierbundels
C
vliezen
D
spieren

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt ook spieren in je organen.
Bijvoorbeeld in 
    de maag
    darmen
    in je huid

Je hart is ook een spier

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Testje
Strek je arm
Leg je andere hand op je biceps
Buig nu je arm
Voel je dat je spier werkt?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werkt een spier?
  • Spiercellen vormen spiervezels
  • Groepjes spiervezels vormen spierbundel
  • Om spierbundel zit een vlies
  • vliezen zijn bij de uiteinden aan elkaar gegroeid = pees
  • Pezen zitten vast aan botten

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een spier die ontspannen is, is langer en dunner.
Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen. 

Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pezen
Elke spier zit vast aan het bot met pezen. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voel maar eens aan je achillespees

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De spieren zitten met pezen vast aan de botten
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkblad
Maak opdracht 2 op je werkblad.

We bespreken het na.

Slide 32 - Diapositive

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.
Zintuigen
  • Wat kun je met je ogen?
  • Wat kun je met je oren?
  • Wat kun je met je mond (tong)?
  • Wat kun je met je neus?
  • Wat kun je met je huid?

Deze dingen noemen we zintuigen!

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuigen
Zien, horen, ruiken, proeven en aanraken (tast) dat zijn je zintuigen!

Je zintuigen worden aangestuurd door je hersenen.

Je zintuigen kun je trainen en je kunt ze ook voor de gek houden!


Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Probeer de kleur te zeggen in plaats van het woord!
Proefje
Maak tweetallen
1 persoon krijgt een blinddoek en legt zijn arm op tafel
Kriebel zachtjes op de handpalm van de ander en ga heel langzaam omhoog richting de holte van de elleboog
De ander moet stop zeggen als hij bij zijn bij zijn elleboog gekriebeld wordt
Was dat inderdaad zo? 

Omwisselen!

Slide 36 - Diapositive

Voelen doe je met met heel kleine knopjes in je huid die we zenuwen noemen. In je hand zitten heel veel kleine knopjes en je arm zitten maar een paar grote knoppen. Denk maar aan het verschil tussen de spatiebalk en de lettertoetsen op een toetsenbord van een computer. De grote knoppen in je arm zijn soms wel meer dan 3 cm groot. Als je over iemands arm kriebelt, kan hij het verschil niet voelen tussen 'vlakbij je elleboog' en 'in je
elleboog', omdat je daar maar één knopje voor hebt. In je hand heb je heel veel knopjes, dus daar kan je prima voelen waar je gekriebeld wordt.
Er zitten in je vingertop veel meer en kleinere drukgevoelige zenuwen dan in je arm en ze
zitten dicht op elkaar. In je onderarm zitten niet zoveel drukgevoelige zenuwen en ze
meten ook nog eens een groter oppervlak. Eén zenuw voelt dan het hele stuk van 3 cm in
zijn eentje en dus kun je niet het verschil tussen 'vlakbij je elleboog' en 'in je elleboog'.
Zenuwen
Zenuwen geven boodschappen van de hersenen door aan het lichaam en andersom. 
In je blaas zitten ook zenuwen. Deze geven het door als hij vol zit, zodat je weet dat je moet plassen.
Op sommige plekken van je lichaam zitten meer/minder zenuwen.
Het zijn net kleine knopjes!

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn zenuwen en wat doen ze?

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Profijt
Zet de foto's van de afgelopen kooklessen in Profijt!



Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De volgende les...
Gaan we het hebben over ziektebeelden en doktersbezoek



Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions