H7 HRM boek Soorten vragen blz. 190 tot en met 192

Goede vragen
Waarom zijn ze zo belangrijk?
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Goede vragen
Waarom zijn ze zo belangrijk?

Slide 1 - Diapositive

Vragen stellen 
Het stellen van de juiste vragen is essentiële onderdelen in het professionele gedrag van de tandartsassistent. Belangrijk is daarbij dat de juiste type vragen worden gesteld. Er zijn de volgende type vragen te onderscheiden: 

  • open vragen 
  • Gesloten vragen 
  • Doorvragen 
  • Waarom vragen 
  • suggestieve vragen 

Slide 2 - Diapositive

Open en gesloten vragen

Slide 3 - Diapositive

Open vragen
Op een open vraag kun je meer dan alleen maar ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden. Je kunt uitgebreid antwoord geven. 

Vaak zijn het vragen die met een van de vijf W’s en de H beginnen: wie, wat, waar, wanneer, waarom of hoe. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Open of gesloten vraag?

Slide 8 - Diapositive

Wilt u koffie of thee?
Open vraag
Gesloten vraag

Slide 9 - Sondage

Wat vinden jullie goed aan de nieuwe kantine?
Open vraag
Gesloten vraag

Slide 10 - Sondage

Waarom is tekenen jouw lievelingsvak?
Open vraag
Gesloten vraag

Slide 11 - Sondage

Ben jij 12 jaar oud?
Open vraag
Gesloten vraag

Slide 12 - Sondage

Ben jij al in het zwembad geweest?
Open vraag
Gesloten vraag

Slide 13 - Sondage

Waarom lieg je tegen mij?
Open vraag
Gesloten vraag

Slide 14 - Sondage

opdracht open en gesloten vragen
Situatie:
Op je stage wordt aan jou gevraagd om een nieuwe 1e jaars stagiaire te begeleiden. Hij of zij doet een oriënterende stage van 10 weken.
Bedenk in tweetallen 3 open vragen en 3 gesloten vragen die je in het kennismakingsgesprek kan stellen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Suggestieve vraag

Dit zijn vragen waar (een deel van) het antwoord al in zit. Met deze vragen probeer je je gesprekspartner te beïnvloeden. Bijvoorbeeld: 'Denk je niet dat dit de beste
manier is?


Welke suggestieve vragen zie je in het filmpje?



Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Sturende vraag

Dit zijn vragen waar (een deel van) het antwoord al in zit. Met deze vragen probeer je je gesprekspartner te beïnvloeden om een antwoord te geven. 


Bijvoorbeeld: 'Zou je niet kiezen voor deze ketel?



Slide 20 - Diapositive

Controlevragen

Een controlevraag is bedoeld om
erachter te komen of je elkaar goed begrepen hebt. 


Bijvoorbeeld: 'Klopt dat?' of 'Bedoel je nu die of die andere ketel?'



Slide 21 - Diapositive

Onbeleefde vraag

Dit zijn onbeschofte vragen. Deze vragen gebruik je bij voorkeur niet. Het wordt een onaangenaam gesprek. 


Bijvoorbeeld: 'Had je deze ketel niet eerder kunnen laten controleren?'



Slide 22 - Diapositive

Keuzevragen
Je kunt kiezen uit een aantal opties. 

Bijvoorbeeld: 'Wil je koffie of thee?'
Of willen jullie een opdracht doen of een film kijken?



 



Slide 23 - Diapositive