fictie of niet

OF
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

OF

Slide 1 - Diapositive

Zoek in je eigen tas 






Zoek iets wat volgens jou bij fictie en bij non-fictie hoort.

Slide 2 - Diapositive

Fictie? Sta bij raam. Non-fictie? Sta bij deur

Slide 3 - Diapositive

Fictie?
Raam
Non-fictie?
Deur

Slide 4 - Diapositive

Fictie?
Raam
Non-fictie?
Deur

Slide 5 - Diapositive

Fictie?
Raam
Non-fictie?
Deur

Slide 6 - Diapositive

Fictie?
Raam
Non-fictie?
Deur

Slide 7 - Diapositive

Fictie?
Raam
Non-fictie?
Deur

Slide 8 - Diapositive

Fictie?
Raam
Non-fictie?
deur

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Fictie
-verzonnen
-kan net echt lijken=realistisch
-kan best een kern van waarheid hebben maar schrijver verzint er van alles bij.
Non-fictie
-waar gebeurd
-gebaseerd op feiten
-er wordt iets uitgelegd.

Slide 11 - Diapositive

Opdracht boek 1

Tijdens de les op  30 oktober schrijf je een recensie over je eerste gelezen boek.
Na de vakantie volgt verdere uitleg.

Slide 12 - Diapositive

Even terugkijken
Mijn vader heeft boeken over de Griekse geschiedenis gelezen.
Wij zaten te vissen aan de waterkant.
Zij hebben die post op Instagram
gezet..
Pak dat boek even!
In welke zin staat geen lijdend voorwerp?
boeken over de Griekse geschiedenis
Geen lijdend voorwerp
die post
dat boek

Slide 13 - Diapositive