2.2 + 2.3 Waarom zou je lenen?

2.3, Waarom zou je lenen?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.3, Waarom zou je lenen?

Slide 1 - Diapositive

2.1 Pinpas of portemonnee

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
32 t/m 34 maken 
Huiswerk bespreken: 27b
Uitleg
Quiz
Afsluiting 

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt de rente berekenen
Je weet welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.

Je weet hoe een lening werkt.





Slide 4 - Diapositive

Zelfstandig werken 
- Maak 32 + 33 + 34 
- Klaar? --> Maak de opdrachten op de volgende blz
- Klassikaal bespreken 




timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Huiswerk bespreken 
27B

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Instructie 2.3

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Aan de slag: HW
HW - Maak 40 t/m 43
HW - Maak 35 t/m 39 

Klaar? maak 44 t/m 49 
timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.

Je weet hoe een lening werkt.
Je kunt de kosten van een lening berekenen.
Je kunt een percentage berekenen.




Slide 17 - Diapositive

Spaarrekening: € 1.500
1,2% rente
Hoeveel rente na 1 jaar?
A
€ 18
B
€ 18,65
C
€ 216
D
€ 36

Slide 18 - Quiz

Als je bij de bank spaart krijg je rente. Wat is rente?
A
Salaris als je bij de bank werkt
B
Een beloning van de bank voor het uitlenen van jouw geld
C
Een schuld die je aan de bank hebt
D
Het geld wat je op je spaarrekening stort

Slide 19 - Quiz

Spaarrekening: € 1.500
1,2% rente
Hoeveel rente na 3 jaar?
Enkelvoudige rente
A
€ 54
B
€ 54,65
C
€ 1.554
D
€ 1.554,65

Slide 20 - Quiz

Een crompouce kost 2 euro
Welke functie is hier van toepassing?
A
Spaarmiddel
B
rekenmiddel
C
ruilmiddel
D
betaalmiddel

Slide 21 - Quiz

Wat is geen geldfunctie?
A
Betaalmiddel
B
Ruilmiddel
C
Rekenmiddel
D
Spaarmiddel

Slide 22 - Quiz


Welke geldfunctie zie je op de afbeelding?
A
Ruilmiddel
B
Rekenmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 23 - Quiz

Selecteer redenen om te lenen.
Let op dit kunnen er meerdere zijn.
A
Om een dure aankoop te doen
B
Als je genoeg spaargeld hebt
C
Als je geen geld nodig hebt
D
Onverwacht geld nodig

Slide 24 - Quiz


Geld lenen is gevaarlijk, omdat je niet weet 
of je de schuld wel kan terugbetalen.
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz