Weihnachten
1 / 24
La durée de la leçon est: 25 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Waar denk je aan bij
het woord 'Weihnachten'?
het woord 'Weihnachten'?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Sinds wanneer hangen mensen kerstballen in de kerstboom?
A
Mitten des 18. Jahrhunderts
B
Mitten des 19. Jahrhunderts
C
Am Ende des 18. Jahrhundert
D
Am Ende des 19. Jahrhundert
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
Wanneer wordt de kerstboom in Duitsland meestal opgetuigd?
A
In de middag van 23 december
B
In de middag van 24 december
C
In de middag van 22 december
D
In de middag van 25 december
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Vidéo
In hoeveel talen is het lied 'Stille nacht heilige nacht' vertaald?
A
50
B
100
C
500
D
300
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Es gibt ein amerikanisches Weihnachtslied, das von einem Rentier erzählt.
Wie heißt dieses Rentier?
Wie heißt dieses Rentier?
A
Dasher
B
Dancer
C
Prancer
D
Rudolf
Slide 15 - Quiz
Wie viele Fenster (raampjes) hat ein Adventkalender?
A
12
B
20
C
24
D
4
Slide 16 - Quiz
Welche Tiere standen bei der Geburt (geboorte) Jesu im Stall?
A
Ochs und Esel
(Os en Ezel)
B
zwei Schafe
(schapen)
C
zwei Kamele
(kamelen)
D
Elefant und Giraffe
(olifant en giraffe)
Slide 17 - Quiz
Welche Tiere ziehen (trekken) den Schlitten (slee) des Weihnachtsmannes?
A
Schlittenhunde
B
Ponys
C
Rentiere
D
Pferde
Slide 18 - Quiz
Wie viele Kerzen (kaarsen) können heutzutage (tegenwoordig) am Adventkranz brennen?
A
24
B
4
C
20
D
12
Slide 19 - Quiz
Wie alt ist das lied 'Stille Nacht heilige Nacht'?
A
32 jaar oud
B
109 jaar oud
C
303 jaar oud
D
202 jaar oud
Slide 20 - Quiz
Im Norden Deutschlands kommt meistens der/das ......
A
der Weihnachtsmann
B
das Christkind
Slide 21 - Quiz
Wähle die richtige Kombination
Weihnachtsbaum
Weihnachtskugel
die Geschenken
der Weihnachtsmann
Kerzen
Schnee
