Les 3: theatervormen

Welkom M3
Les 3: theatervormen
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 15 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom M3
Les 3: theatervormen

Slide 1 - Diapositive

P2 programma
Week 1: nabespreken toets + introductie PW 2: theatervormen en speelstijlen
Week 2: non verbale en verbale communicatie; expressie
Week 3: Theatervormen: tragedie, komedie/blijspel, muziektheater, mime/pantomime, performance, danstheater, montagetheater, verteltheater
Week 4: Poppenspel, maskerspel , cabaret, clownerie, slapstick, theatersport
Week 5: Oefenvragen theatervormen
Week 6: Speelstijl: absurdistisch, fysiek uitvergroot, realistische speelstijl
Week 7: HH verschillende theatervormen en speelstijlen
Week 8: Herhalen toetsstof + oefentoets


Slide 2 - Diapositive

Vandaag
1. Opdracht uitingsmogelijkheden (telt als so)
2. Waar is theater?
3. Theatervormen
4. Analyse-opdracht plastic bag

Slide 3 - Diapositive

Herhaling
Non verbale uitingsmogelijkheden
Bij personages (spel)  lichaam
Mimiek
Gebaren
Houding
Verbale uitingsmogelijkheden
Bij personages (spel)  tekst
Stemgebruik
Taalgebruik




Slide 4 - Diapositive

Begrippen vandaag
- Je kunt non verbale en verbale uitingsmogelijkheden toepassen op een nieuw voorbeeld
- Je kunt volgende theatervormen herkennen en uitleggen in nieuw voorbeeld: 
tragedie, komedie/blijspel, muziektheater, mime/pantomime, performance, danstheater, montagetheater, verteltheater
- Je kunt een analyse maken van een performance

Slide 5 - Diapositive

Korte analyse scene (telt als so)
Non verbale uitingsmogelijkheden

Verbale uitingsmogelijkheden

Scene uit Lear (zie bestanden)

Slide 6 - Diapositive

Theatervorm

Wat voor theatervorm is Lear?

Waarom denk je dat?

Slide 7 - Diapositive

1. Waar is theater?
In de schouwburg
Op televisie
Op internet
Op locatie 
(Openluchttheater)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Locatietheater
Theatermakers kunnen zich laten inspireren door een bepaalde plek. Bij locatietheater is de gekozen locatie bepalend voor de voorstelling. Die kan dan alleen maar op die ene plek gespeeld worden.


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Wat is locatietheater?
  • Bij locatietheater wordt een theatervoorstelling op een andere plaats gespeeld dan in een theatergebouw
  • Vaak wordt de voorstelling speciaal voor deze locatie gemaakt
  • Er wordt gebruik gemaakt van de bijzondere sfeer of omgeving van de locatie
  • De locatie vormt de inspiratiebron voor de voorstelling

Slide 13 - Diapositive

2. Theatervormen
Een regisseur kan verschillende theatervormen gebruiken in zijn voorstelling.

Het is allemaal theater, toneel is overduidelijk aanwezig, maar het ACCENT ligt ergens anders. 

Muziektheater, Bewegingstheater, Danstheater, Teksttoneel

Slide 14 - Diapositive

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Theatervorm:
Tragedie (klaagspel/treurspel)

  • In een tragedie is de hoofdpersoon de held.
    Helaas gaat hij/zij altijd ten onder aan zijn/haar eigen tekortkomingen. 
  • Je zou ook kunnen zeggen dat hij/zij in de eigen valkuil trapt.
  • Een tragedie eindigt altijd slecht.
  • Bijv. Romeo & Julia.

Slide 17 - Diapositive

Wat is tragedie
A
treurspel
B
godenverhaal
C
wetenschap
D
stadstaat

Slide 18 - Quiz

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Theatervorm:
Komedie (blijspel)

  • In een komedie worden slechte menselijke eigenschappen zo overdreven dat dit komische taferelen oplevert.
  • Dit wordt ook nog vaak gebruikt in tekenfilms.
  • Humoristisch, grappig.

Slide 22 - Diapositive

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Welke theatervorm(en) herkende je in 'Woef Side Story'?
A
Schimmenspel
B
Muziektheater
C
Mime
D
Poppenspel

Slide 25 - Quiz

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Mime/pantomime
Bewegingstheater of mime is een vorm van theater waarbij wordt uitgegaan van de fysieke mogelijkheden van de spelers. ZIj gebruiken de uitdrukkingskracht van hun lichaam om een verhaal te vertellen, vaak zonder te spreken.



Slide 28 - Diapositive

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Welke theatervorm(en) herkende je in 'Don't hurt me'?
A
Performance
B
Danstheater
C
Mime
D
Musical

Slide 31 - Quiz

Danstheater

Slide 32 - Diapositive

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Welke theatervorm(en) herkende je in 'Zeventien'?
A
Performance
B
Muziektheater
C
Mime
D
Montagetheater

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Vidéo

Montagetheater
Theatervorm waarbij uiteenlopende materialen aan elkaar gemonteerd worden in een voorstelling, bijvoorbeeld teksten of videomateriaal. 

Slide 37 - Diapositive

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 38 - Diapositive

Performance

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Slide 41 - Vidéo

Welke theatervorm(en) herkende je in werk van Marina Abramovic?
A
Performance
B
Muziektheater
C
Mime
D
Montagetheater

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Vidéo

Theatervorm:
Performance

  • Kunstvorm die elementen van theater, muziek en beeldende kunst combineert.
  • Een publiek optreden van een kunstenaar, vaak een speciale act.
  • Vaak kort.

Slide 44 - Diapositive

Opdracht 1: analyse 'Plastic Bag'

Bijvoorbeeld; Mise-en-scène

Hoe spelers bewegen over het speelvlak gedurende het stuk, de “choreografie” van een toneelstuk.
Letterlijk beschrijven en geen invulling geven:
dus alles benoem je wat er gebeurd 

Slide 45 - Diapositive

0

Slide 46 - Vidéo

Opdracht 1

Analyse Plastic Bag

Is er functioneel gebruik gemaakt van materiële vormgevingsmiddelen?

Slide 47 - Diapositive

Opdracht 2 (extra opdracht))
Bedenk een korte scene voor een:

Groepje 1: tragedie
Groepje 2: komedie
Groepje 3: mime/pantomime
Groepje 4: muziektheater
Groepje 5: danstheater
Groepje 6: performance
Werk de spelgegevens uit (5 W’s) en beschrijf jullie eerste idee voor de voorstelling in een korte presentatie. Hoe verwerk je de theatervorm in jullie concept?


Slide 48 - Diapositive

Presentatie opdracht (extra)
Jullie presenteren kort jullie concept voor de klas
Hoe verwerk je de theatervorm in jullie concept?
Kijk goed naar de beschrijving in de reader
Waarom gekozen voor deze 5 W’s?


Slide 49 - Diapositive

Evaluatie
Verschillen benoemen en beschrijven tussen verschillende theatervormen
Opdracht scene in bepaalde theatervorm




Slide 50 - Diapositive

Deze belangrijkste theatervormen (her)ken je nu:



Tragedie
Komedie
Muziektheater
Danstheater
Performance
Montagetheater

Slide 51 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 52 - Question ouverte

Noem 1 ding waar je nog een vraag over hebt

Slide 53 - Question ouverte

Volgende week
Poppenspel, maskerspel , cabaret, clownerie, slapstick, theatersport

Slide 54 - Diapositive