Toets Aardrijkskunde Hoofdstuk 2: opbouw & afbraak

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 1,2

 Reliëf en klimaat

Toets Aardrijkskunde Hoofdstuk 2: opbouw & afbraak

De kalksteengrotten van Han in de Ardennen zijn ontstaan door verwering. In de grotten
is het gesteente door verwering verdwenen. De vormen van het overgebleven gesteente in
de grotten zijn prachtig om te zien. Ieder jaar komen er een half miljoen bezoekers.

Door welke vorm van verwering zijn de kalksteengrotten ontstaan?

Leg uit hoe de stuwwallen in Midden-Nederland zijn ontstaan.

Welke grondsoort hoort bij de volgende omschrijving?
Deze grondsoort is vrij nat, maar het is niet zo vruchtbaar.
Daarom vind je er veel gras.

1. lössgrond
2. rivierklei
3. veengrond
4. zandgrond

In het midden van de Australische woestijn liggen de Devils Marbles. Dit zijn ronde granieten rotsblokken met een doorsnede van tot wel 7 meter. Sommige blokken zijn in twee grote stukken gespleten.

Door welke vorm van verwering is dat gebeurd?

In Nederland stromen grote rivieren. In Zwitserland ook. In beide landen zorgen rivieren voor afzettingen.

Beschrijf het verschil in afzettingen van rivieren in Nederland en Zwitserland.

Welke grondsoort hoort bij de volgende omschrijving?
Deze grondsoort is droog en niet zo vruchtbaar. Daarom vind je er veeteelt in stallen, maar ook bos en weiland.

1. lössgrond
2. rivierklei
3. veengrond
4. zandgrond

Welke uitspraak over hoogtelijnen is niet waar?

1. De kleur tussen twee hoogtelijnen noem je klasse.
2. Hoe verder de hoogtelijnen van elkaar staan, hoe steiler de helling is.
3. Hoogtelijnen geven het reliëf op een kaart aan.
4. Hoogtelijnen kunnen elkaar nooit kruisen.

Welk materiaal bezinkt het eerst?

1. fijn zand
2. grof zand
3. klei
4. veen

Wat voor vulkanisch verschijnsel verwacht je als je in de buurt van een vulkaan een wolk van stoom ziet en de geur van rotte eieren ruikt?

1. een gasbron
2. een geiser
3. een heetwaterbron
4. een modderbron

Vul het juiste woord in.
De zwaarste had een kracht van 3,6 op de …(2)… .

Bekijk de bron hiernaast.
In welk land vinden de meeste catastrofale aardbevingen plaats?

1. Italië
2. Japan
3. Nepal
4. Verenigde Staten

Noteer een manier waarop transport van verweringsmateriaal voor erosie zorgt.

Vul het juiste woord in.

Rivieren zetten in hun bovenloop …… af.

1. fijn zand
2. grind
3. grote stenen
4. klei

Vul het juiste woord in.
In de middenloop blijven vooral …()… en grof zand liggen.

1. fijn zand
2. grind
3. grote stenen
4. klei

Vul het juiste woord in.
In de benedenloop bestaan de afzettingen van een rivier vooral uit fijn zand en …

1. rotsblokken
2. grind
3. grote stenen
4. klei

Vul het juiste woorden in.
De wind vervoert alleen licht verweringsmateriaal. Afzettingen van de wind bestaan daardoor vooral uit …(1)…(2)

1. kleideeltjes
2. grind
3. grote stenen
4. - fijn zand

Wat geeft het NAP aan?

1. de gemiddelde hoogte van de zeespiegel
2. de gemiddelde hoogte van de zeespiegel, plus een meter
3. de hoogte van de zeespiegel bij hoogwater
4. de hoogte van de zeespiegel bij laagwater

Gebruik de bron
In welke drie provincies komen stuwwallen voor?

Welk grondgebruik kom je op de stuwwallen het meest tegen?

1. akkerland
2. bos en hei
3. grasland
4. tuinbouw

Zet de provincies in de juiste volgorde van veel naar weinig reliëf.
Flevoland – Limburg – Utrecht

1. Flevoland – Limburg – Utrecht
2. Limburg – Utrecht - Flevoland
3. Utrecht - Flevoland – Limburg –

Kies het juiste antwoord.
De kaart laat het reliëf van de berg Fuji in Japan zien.
De kaart laat het reliëf van de berg Fuji in Japan zien. Tussen de hoogtelijnen zit een hoogteverschil van _____________ meter.

1. 100
2. 500
3. 1.000

Kies het juiste antwoord.
De kaart laat het reliëf van de berg Fuji in Japan zien.

De top van de berg is punt A / B / C.

1. A
2. B
3. C

Kies het juiste antwoord.
De kaart laat het reliëf van de berg Fuji in Japan zien.

Deze top is _______ meter hoog.

1. 1.638
2. 2.329
3. 3.776

Er lopen drie wandelpaden over de kaart. Het steilste pad is wandelpad nummer

1. 1
2. 2.
3. 3

Je schudt een pot met water en vier soorten verweringsmateriaal. Daarna zet je de pot weer neer.

Wat is de juiste volgorde van afzetting?

1. pot 1
2. pot 2
3. pot 3
4. pot 4