Check 2V Ch. 1 bron A t/m D
1 / 14
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vertaal: Heb je een leuke vakantie gehad?
Slide 2 - Question ouverte
Je/J' _____ ________ (passer) mes vacances en Italie.
A
a passé
B
as passer
C
ai passé
D
ai passer
Slide 3 - Quiz
Vertaal: Ja, het was warm.
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal: Ik ben met de auto naar Frankrijk geweest.
Slide 5 - Question ouverte
Nous ______ _________ (visiter) Rouen en Normandie.
A
avez visiter
B
avons visiter
C
avons visité
D
avez visité
Slide 6 - Quiz
Tu ................. ................ (manger) un croissant.
A
as mangé
B
a mangé
C
as manger
D
a manger
Slide 7 - Quiz
het weerbericht
het heeft geregend
het regent
het is slecht weer
het is koud
het weer, de tijd
la méteo
le temps
Il pleut
il a plu
il fait mauvais
il fait froid
Slide 8 - Question de remorquage
Vous ______ _________ (être) en France cet été.
A
avons été
B
avons êtré
C
avez êtré
D
avez été
Slide 9 - Quiz
Vertaal: Zij heeft geluisterd
Slide 10 - Question ouverte
de ontdekking
met het vliegtuig
de reis
met de auto
met de boot
met de trein
le voyage
la découverte
en avion
en train
en bateau
en voiture
Slide 11 - Question de remorquage
Vertaal: Zij(m) hebben gemaakt
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal: Jij hebt gehad
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal: Tu as été où?
