Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 9
Slide 1 - Diapositive
Bekijk afb 1 in je handboek. Een werk als dit wordt abstract expressionisme genoemd. Leg dit uit.
Slide 2 - Question ouverte
Over welke twee kunststromingen gaat dit hoofdstuk verder in?
Slide 3 - Question ouverte
Cathedra, barnett newman, 1951
Slide 4 - Diapositive
Toch is er diepte door het kleurgebruik. Hoe zou jij deze “diepte” willen omschrijven?
Slide 5 - Question ouverte
Er is in dit schilderij geen ruimte gecreëerd door lijn perspectief. Wat betekend lijn perspectief?
Slide 6 - Question ouverte
Hoe heeft de schilder diepte laten ontstaan?
Slide 7 - Question ouverte
Zingende vrouwen, Willem de kooning, 1966
Slide 8 - Diapositive
Bekijk afb 2 en lees het bijschrift. Er wordt verteld dat de Kooning lang bezig was. Waarom lijkt het dan toch heel spontaan gemaakt?
Slide 9 - Question ouverte
Waarom had de cobra groep zo’n bewondering voor kindertekeningen?
Slide 10 - Question ouverte
Bekijk afbeelding 4, en lees het bijschrift. De schilder heeft zelf in een rockband gespeeld. Is dat belangrijk om dit schilderij te maken? Ja/ nee, omdat…
Slide 11 - Question ouverte
Lees het gedichtje van Lucebert afb 3. Welke kenmerk van de cobra groep is erop van toepassing?
Slide 12 - Question ouverte
Beschrijf kernachtig wat je ziet
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Met welk materiaal heeft de kunstenaar gewerkt?
Slide 15 - Question ouverte
Hoe komt het dat de lijn die Long neerlegt opvalt? Betrek in je antwoord de kleur en de ruimte
Slide 16 - Question ouverte
Waarom gebruikte Long een foto als bewijsmateriaal?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Vidéo
Bekijk de drie stills op afb 6. Beschrijf kernachtig wat je ziet. 1e still:… 2e still:… 3de still:…
Slide 19 - Question ouverte
Welke vrouw is in verwachting?
Slide 20 - Question ouverte
Oranje en blauwe kleuren overheersen. Waarom vallen deze kleuren bij elkaar zo op.
Slide 21 - Question ouverte
Bestudeer 5 minuten een andere klasgenoot. Wees serieus, maak elkaar niet aan het lachen. Schrijf achteraf op wat je is opgevallen.