H1 brander oefenen & §4

H1 Nask
brander oefenen en meten
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

H1 Nask
brander oefenen en meten

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning 
  • Oefenen met de brander
  • Starten met paragraaf 4 
  • Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

PRACTICUM

Elk tweetal pakt 1 brander
Pak een labjas & veiligheidsbril


Wacht op instructie docent
  • Doe je labjas aan en knopen dicht
  • Lange haren vast doen
  • Capuchon en lange haren in de labjas
  • Mouwen opstropen tot pols lengte 

Slide 3 - Diapositive

Opdracht
Iedereen maakt de vlam individueel

Om de beurt krijg je van mij de opdracht. 

Wanneer jou beurt is geweest, dan zet je de brander weer helemaal uit. 







Slide 4 - Diapositive

Stappenplan voor de brander
De brander moet je altijd op dezelfde manier aansteken:
1 Doe de luchtschijf dicht.
2 Controleer of de gaskraan dicht is.
3 Draai de gaskraan op je tafel open.
4 Houd een brandende lucifer net boven de schoorsteen.
5 Draai de gaskraan een beetje open, zodat de brander met een geeloranje vlam gaat branden.

Slide 5 - Diapositive

Oefening
1. Een vlam die je gebruikt wanneer je een kleine hoeveelheid wil verwarmen

2. Een vlam die je gebruikt wanneer je tussendoor een vraag beantwoord

3. Een vlam die je gebruikt wanneer je een grote hoeveelheid wil verwarmen. 

Slide 6 - Diapositive

Opruimen
Eerst de luchtschijf dicht
Gasregelknop dicht
Gaskraan dicht
Slang van de gaskraan afhalen
Laat alles goed afkoelen!

Slide 7 - Diapositive

Branderpracticum     Vul in
1                                2                          3                                                                            4                               5                          6 

Slide 8 - Diapositive

H1
§4 Meten

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt: 
  • van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt
  • het verschil uitleggen tussen analoog en digitaal
  • beschrijven wat een grootheid en een eenheid is
  • enkele eenheden naar elkaar omrekenen

Slide 10 - Diapositive

Meetapparatuur
Meetapparatuur is gereedschap om te meten

Bijvoorbeeld een klok, liniaal of thermometer
-> tijd, lengte, temperatuur

Slide 11 - Diapositive

Meetapparatuur

Slide 12 - Diapositive

analoog 

Meetapparaat met wijzers en een schaalverdeling.
= Streepjes op regelmatige afstand van elkaar met daarbij een reeks getallen waarmee je een gemeten waarde kunt aflezen.
digitaal 

Meetapparaat met cijfers op een scherm.

Slide 13 - Diapositive

Grootheden
Grootheid = alles wat je kunt meten

Slide 14 - Diapositive

Eenheden
Een eenheid is de mate waarin je een grootheid meet.
Een eenheid staat altijd achter het getal en hoort bij een bepaalde grootheid.

De afstand van Wijk bij Almelo naar Vroomshoop is 21  kilometer.

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag H1.4
Pak je boek erbij bladzijde 26. 

Maak opgave:
1, 2, 4, 5, 8, 9, 10 & 13

Slide 16 - Diapositive

Grootheid
Eenheid
massa
volume
temperatuur
tijd
kilogram
seconde
milliliter
° Celcius

Slide 17 - Question de remorquage

Welke eenheid hoort niet bij de grootheid lengte?
A
km
B
m
C
mm
D
mL

Slide 18 - Quiz

Welke grootheid meet je met een stopwatch?
A
volume
B
massa
C
tijd
D
seconden

Slide 19 - Quiz

Meter is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 20 - Quiz

seconde is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 21 - Quiz

massa is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 22 - Quiz

Snelheid is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 23 - Quiz

Kracht is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 24 - Quiz

Met een weegschaal meet je de grootheid …. en de eenheid …...
A
Liter en volume
B
Volume en liter
C
Massa en gram
D
Gram en massa

Slide 25 - Quiz

Met een thermometer meet je de grootheid …. en de eenheid …...
A
Temperatuur en graden
B
Graden en temperatuur
C
Kracht en newton
D
Newton en kracht

Slide 26 - Quiz

Met een maatcilinder meet je de grootheid …. en de eenheid …...
A
Liter en volume
B
Volume en liter
C
Massa en gram
D
Gram en massa

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive