oefentoets KGT
1 / 24
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar staat Natuurkunde en Scheikunde voor?
Slide 2 - Question ouverte
Wat meet je met een thermometer?
Slide 3 - Question ouverte
De inhoud van dit klaslokaal is 50 kubieke meter.
Wat is de grootheid in de zin?
Wat is de grootheid in de zin?
A
inhoud
B
klaslokaal
C
50 kubieke meter
D
kubieke meter
Slide 4 - Quiz
De inhoud van dit klaslokaal is 50 kubieke meter.
Wat is de eenheid in de zin?
Wat is de eenheid in de zin?
A
inhoud
B
klaslokaal
C
50 kubieke meter
D
kubieke meter
Slide 5 - Quiz
Bij de ruisende blauwe vlam staat de luchtschijf ver opengedraaid
A
goed
B
fout
Slide 6 - Quiz
Het roesten van een sleutel is ....
A
scheikunde
B
natuurkunde
Slide 7 - Quiz
je schrijft een eenheid achter een getal. (bijvoorbeeld als je een meting hebt gedaan)
A
goed
B
fout
Slide 8 - Quiz
Wat staat er in een onderzoeksvraag?
Slide 9 - Question ouverte
Wat is de grootheid van de eenheid: millimeter, centimeter, meter
Slide 10 - Question ouverte
Wat meet je met een maatcilinder
A
temperatuur (graden celcius)
B
gewicht (in gram of kg)
C
de hoeveelheid van een stof (in mL)
Slide 11 - Quiz
Een wijzer met een schaalverdeling heb ik bij:
A
analoge meetapparatuur
B
digitale meetapparatuur
Slide 12 - Quiz
Hoe heten de streepjes en de getallen op een maatcilinder?
Slide 13 - Question ouverte
De massa van een stof is hetzelfde als het .... van een stof
A
gewicht
B
volume
Slide 14 - Quiz
Waar in de zin staat altijd de eenheid?
Slide 15 - Question ouverte
Een kookkolf gebruik je om:
A
Water mee af te wegen
B
Het volume te bepalen
C
water te koken
Slide 16 - Quiz
Hoe heet het glaswerk waar ik het volume in kan bepalen (met een schaalverdeling in mL)
Slide 17 - Question ouverte
Ik wil een klein volume verwarmen. Welke vlam gebruik ik
A
De pauzevlam
B
de stille blauwe vlam
C
de ruisende blauwe vlam
Slide 18 - Quiz
Een appel valt van de boom op de grond. Dit komt door de zwaartekracht. Hoort dit thuis bij:
A
een scheikundig verschijnsel
B
natuurkundig verschijnsel
C
biologisch verschijnsel
D
wetenschappelijk verschijnsel
Slide 19 - Quiz
Gram, kilogram hoort bij de grootheid
A
massa
B
volume
C
tijd
Slide 20 - Quiz
Met welke onderdelen van de brander kan ik de soort vlam bepalen
Slide 21 - Question ouverte
Bedenk een onderzoeksvraag:
Piet wilt van suiker caramel maken. Hij doet dit bij 70 graden en bij 100 graden.
Piet wilt van suiker caramel maken. Hij doet dit bij 70 graden en bij 100 graden.
Slide 22 - Question ouverte
Wat is het voordeel van meetapparatuur ten opzichte van waarnemen met je zintuigen?
A
sneller
B
makkelijker
C
nauwkeuriger
Slide 23 - Quiz
Wat is het voordeel van meetapparatuur ten opzichte van waarnemen met je zintuigen?
A
sneller
B
makkelijker
C
nauwkeuriger
