4. Schakelingen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

4. Schakelingen

Serieschakeling

1

2

Parallelschakeling

1

2

Parallelschakeling

1

2

Symbolen

1

2

Schema tekenen

1

2

3

Schakeling

1

Serieschakeling - schema tekenen

1

Parallelschakeling - schema tekenen

1

Huisinstallatie

1

Wisselschakelaar

1

Wisselschakeling

1

2

3

https://youtu.be/7nS8s_ZdIMI

Wisselschakeling

1

2

3

Wisselschakeling uitwerking

1

D-toets 4. Schakelingen

a. Heb je alles van deze les begrepen?
b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo
goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?
c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Tekst- en werkboek

Tekstboek : 

doorlezen/bestuderen: 3. Schakelingen

Werkboek : 

maken/nakijken: 3. Schakelingen

                                      opdracht 21 t/m 29

Opgaven

Opgave 1

a. Teken een serieschakeling met een spanningsbron, drie lampjes en een schakelaar waarmee je alle

drie de lampjes tegelijkertijd aan en uit kunt doen.

b. Teken een parallelschakeling met een spanningsbron, drie lampjes en een schakelaar waarmee je een

van de drie lampjes aan en uit kunt doen.

Opgave 2

Welke van de vier schakelingen hieronder zijn parallelschakelingen?

 

Opgave 3

Koen brengt bij zijn modelspoorbaan verlichting aan in een huisje en het station. Het huisje krijgt één

lampje en het station twee. Hij gebruikt dezelfde lampjes, want hij wil dat ze evenveel licht geven.

Hij heeft één spanningsbron en twee schakelaars waarmee hij de verlichting van het huisje en het station

apart aan en uit wil kunnen doen.

Teken het schema van de schakeling die Koen moet maken. Gebruik daarbij elektrische symbolen.

Opgaven

Opgave 4

Bij Donna’s deurbel bevindt zich naast de drukschakelaar een ingebouwd lampje dat altijd brandt.

Daardoor is de bel in het donker gemakkelijk te vinden.

a. Kies uit de schakelingen hieronder die van Donna’s bel en neem hem over in je schrift.

 

De drukschakelaar met het lampje krijgt buiten een plaats naast de deur, terwijl de gong en de spanningsbron zich binnen in de woning bevinden. 

b. Hoeveel stroomdraden moeten er minstens van buiten naar binnen gevoerd worden?