Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H3.2 Wie is de baas?
Slide 1 - Diapositive
3.2 wie is de baas?
lesdoelen:
Aan het eind van deze les weet je..
het verschil tussen een werkgever en werknemer
wat een arbeidsovereenkomst is
wat proeftijd betekent
de verschillende soorten banen
Slide 2 - Diapositive
werkgever of werknemer
Werkgever : Het bedrijf die iemand inhuurt (zoals de Jumbo)
Werknemer :De gene die voor het bedrijf werkt (zoals een vakkenvuller van de Jumbo)
Slide 3 - Diapositive
Werkgever:
de "baas"
heeft één of meerdere personen in dienst, die hij loon betaald
verdient geld door winst te maken
Werknemer:
je doet betaald werk in dienst van een "baas"
Slide 4 - Diapositive
Afspraken met de baas
Arbeidsovereenkomst: hierin staat wat voor werk je doet en wat je arbeidsvoorwaarden zijn.
Hierin staan de arbeidsvoorwaarden: Hoeveel uur per week werk je, hoeveel vrije dagen heb je, wat ga je verdienen, etc.
In de overeenkomst staat verplicht een proeftijd. Dat betekent dat je (2 maanden lang) allebei gaat kijken of het bevalt. Als het niet bevalt kun je allebei de overeenkomst stopzetten.
Slide 5 - Diapositive
Tijdelijke baan:
voor een bepaalde tijd
tot afgesproken einddatum
Vaste baan:
voor on-bepaalde tijd
er is geen einddatum
Flexibele baan:
je werkt wanneer je nodig bent
oproepkracht uitzendburo
Slide 6 - Diapositive
Eric werkt in het weekend bij de Lidl, wat is hij?
A
Werkgever
B
Werknemer
Slide 7 - Quiz
Je hebt een contract voor 6 maanden, wat voor een baan heb je?
A
vaste baan
B
Tijdelijke baan
C
je bent een zzp'er
Slide 8 - Quiz
Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een afspraak tussen werkgever en werkgever
B
Opzegtermijn
C
Proeftijd
D
Een afspraak tussen werknemer en werkgever
Slide 9 - Quiz
Koen heeft een eigen kleding winkel met personeel. Koen is de ..
A
Werkgever
B
Werknemer
Slide 10 - Quiz
Je gaat werken bij de Jumbo. De proeftijd die je krijgt is 4 maanden. Mag dit? (kies het beste antwoord uit)
A
Ja dit mag
B
Nee dit mag niet
C
Dat maakt toch niks uit hoelang die proeftijd is.
Slide 11 - Quiz
Huiswerk
Maak opgave 15 t/m 26 van H3.2 (blz.72 t/m blz.75)