25. ! Bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Doel:  Ik kan het bijvoeglijk naamwoord herkennen.    

Goedemorgen, 

Start je laptop en LessonUp alvast op.

Leg ook je boek en schrijfmateriaal klaar.

206 - 207

210 - 211

Hoe zat het ook al weer?

Voorkennis lidwoord en zelfstandig naamwoord

Lidwoorden

Hoort bij een zelfstandig naamwoord: 

• de, het  (bepaald lidwoord)
•  een (onbepaald lidwoord)

Wat zijn lidwoorden?

1. geven, fietsen, lopen
2. de, het, een
3. Hij, zij, De hond

zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord (zn) is  een woord voor een:

mens (vb), dier, plant, ding, gevoel of  begrip

 

Een eigennaam (zn-e) is ook een zelfstandig naamwoord.

Namen van mensen, landen en steden horen er ook bij.

Sleep alle zelfstandig naamwoorden naar het groene vak

zelfstandig naamwoorden

Het

alarm

ging

met

veel

geluid

af.

Wat weet je al van bijvoeglijke naamwoorden?

Doel: Ik kan het bijvoeglijk naamwoord herkennen. 

Instructie: video-uitleg 

• staat voor of achter een zn

• heeft een korte en een lange vorm (+e)

• kent de trappen van vergelijking

de groene appel - de appel is groen 

sterk - sterke  /  zwart - zwarte

gaaf - gaver - gaafst

kort

Dat is een spannende film!

Een bijvoeglijk naamwoord geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord.

STOFFELIJK BIJVOEGLIJK NAAMWOORD (st.bn)

• Zegt van welke stof iets gemaakt is.
• Staat altijd voor het zelfstandig naamwoord.

- het gouden horloge  - een leren stoel

Inoefening 

• De dikke kat van de buren moet aan de lijn.
• Bij een luxe ontbijt in een hotel krijg je altijd versgeperst sap.

kleine lesafsluiting  -  5 minuten

                                             Opdracht 2                      

 

                                             Opdracht 1               

Planning les 25

Planning les 25

Zelfstandig / instr  Flexboek

                       Opdracht 1 + 3                             Planning Les 25 - Les 24

 

                        Opdracht 2 - 3 - 4 - 5                   Planning Les 25 - Les 24

Noteer het huiswerk: donderdag 14 december: Ne Planning les 25

 206-207

Klaar

 210 - 211

Klaar

Wat zijn werkwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat zijn lidwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, ijzeren, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat is 'de' voor woordsoort?

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bepaald lidwoord
4. onbepaald lidwoord

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden

Die gekke Tommy gooide zijn nieuwe iPhone zo in de plastic afvalbak.