V2 H3 Bvb en obwb

Programma voor vandaag

Grammatica oefenen > bvb en obwb.

Lezen in het leesboek > 'meters maken'!

Kahoot! > vzv.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programma voor vandaag

Grammatica oefenen > bvb en obwb.

Lezen in het leesboek > 'meters maken'!

Kahoot! > vzv.

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je weet dat een bijvoeglijke bepaling een zinsdeelstuk is (onderdeel van een zinsdeel) en extra informatie geeft over een zelfstandig naamwoord.

- Je weet dat een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling een zinsdeelstuk is (onderdeel van een zinsdeel en extra informatie geeft over een niet zelfstandig naamwoord.

- Je weet hoe je een voorzetselvoorwerp kan vinden.


Slide 2 - Diapositive

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Gezegde (WG of NG)
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling (bvb)
- Ondergeschikte bijwoordelijke
bepaling (obwb)

Zinsdelen
Zinsdeelstukken

Slide 3 - Diapositive

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het belangrijkste zelfstandig naamwoord in een zinsdeel (= de kern).
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
  • Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: wat voor / welk + znw?


Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld: bijvoeglijke bepaling / bvb
Het nieuwe museum \ werd \door de Dordste burgemeester\ geopend.

nieuwe = bvb bij het zn / de kern museum (welke / wat voor museum?)

Dordtse = bvb bij het zn / de kern burgemeester (welke / wat voor burgemeester?)

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld: bijvoeglijke bepaling / bvb
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij de beste voetbalclub van ons dorp.

slimme = bvb bij het zn/ de kern jongen (welke/wat voor + jongen?) 

beste = bvb bij het zn/ de kern voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

van ons dorp = bvb bij het zn/ de kern voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

Slide 6 - Diapositive

Ik vloog met het kleine vliegtuig van KLM.
Wat is / zijn bvb?
A
kleine
B
kleine / van KLM
C
Ik / van KLM
D
met / kleine / van KLM

Slide 7 - Quiz

Tjeerd-Jan houdt van grote bloemkolen in zijn soep.
Wat is / zijn bvb?
A
grote
B
grote / in zijn
C
in / zijn soep
D
bloemkolen / zijn

Slide 8 - Quiz

Sara heeft een erg trage computer.

Wat is / zijn bvb?
A
erg trage
B
trage
C
erg / Sara
D
trage computer

Slide 9 - Quiz

Kort samengevat:
Een bvb zegt iets van de kern die een zelfstandig naamwoord is in een zinsdeel.

Slide 10 - Diapositive

Nu over naar: 


De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

(obwb)

Slide 11 - Diapositive

De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
  • De obwb is een deel van een ander zinsdeel.
  • De obwb zegt iets over de kern die een niet-zelfstandig naamwoord is in een zinsdeel.
  • De obwb kan voor of achter een niet-zelfstandig naamwoord staan.
  • Soms zit een obwb binnen een bijvoeglijke bepaling zoals: (heel > lekkere, ontzettend > saaie etc.)


Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld: ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb

De sommen | vind | ik | erg moeilijk.

-> Welke kern(en) vind je in deze zin?

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld: ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb

De  sommen | vind | ik | erg moeilijk.

-> Welke woorden zeggen iets over deze kernen?
erg = obwb bij moeilijk (moeilijk is een niet-zelfstandig naamwoord, dus is erg een obwb bij moeilijk)


Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld: obwb en bvb

De ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van klas A2A | behoorlijk interessant.

-> Wat zijn de kernen in deze zinnen? 

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld: obwb en bvb

De ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van klas A2A | behoorlijk interessant.

-> Welke woorden zeggen iets over deze kernen?


Slide 16 - Diapositive

Vb. obwb en bvb

De ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van klas A2A | behoorlijk interessant.

ingewikkelde is bvb bij opdrachten
van gisteren is bvb bij opdrachten
van klas A2A is bvb bij leerlingen
behoorlijk is obwb bij interessant



Slide 17 - Diapositive

Sara heeft een erg trage computer.

Wat is / zijn obwb?
A
een erg trage
B
trage
C
erg
D
een trage

Slide 18 - Quiz

Uiterst geconcentreerd schreef Dees zijn aantekeningen op.
Wat is / zijn obwb?
A
Uiterst geconcentreerd / zijn
B
geconcentreerd / zijn
C
zijn
D
Uiterst

Slide 19 - Quiz

De goede technische voetballer van Kameroen miste de kans.
Wat is / zijn obwb?
A
goede
B
technische
C
goede technische
D
niet aanwezig

Slide 20 - Quiz

Aan de slag!
  • Maak opdracht 1, 2, 3 en 5 van H3 grammatica: bvb en obwb

Klaar?
  • Maak opdracht 4.
timer
15:00

Slide 21 - Diapositive