V2 H3 Bvb en obwb

Bij binnenkomst:
> Open op Itslearning in de map Bronnen 'grammatica'.
> Maak de oefentoets die daar klaarstaat.
> Maak hem zelfstandig in stilte.
> Schrijf in je schrift.
> Je hebt 10 minuten.
timer
10:00
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bij binnenkomst:
> Open op Itslearning in de map Bronnen 'grammatica'.
> Maak de oefentoets die daar klaarstaat.
> Maak hem zelfstandig in stilte.
> Schrijf in je schrift.
> Je hebt 10 minuten.
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Programma
10m Oefentoets H1 en H2 maken + nakijken
10m Uitleg OBWB, BVB
20m Werken aan planning grammatica
5m Huiswerk doornemen + afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Oefentoets
> Vind hem op Its in de map 'Grammatica'.
> Maak hem zelfstandig, zonder te overleggen.
> Kijk hem daarna zelf even na met een andere kleur pen.
> Lever daarna je oefentoets bij me in.

Slide 3 - Diapositive

V2: H3 bvb en obwb
Grammatica zinsdelen

Slide 4 - Diapositive

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Gezegde (WG of NG)
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
- Voorzetselvoorwerp
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling (bvb)
- Ondergeschikte bijwoordelijke
bepaling (obwb)

Zinsdelen
Zinsdeelstukken

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
- Je weet dat een zinsdeelstuk een deel is van een zinsdeel.

- Je weet dat een bijvoeglijke bepaling extra informatie geeft over een zelfstandig naamwoord.

- Je weet dat een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling extra informatie geeft over een niet zelfstandig naamwoord.


Slide 6 - Diapositive

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het belangrijkste zelfstandig naamwoord in een zinsdeel (= de KERN).
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
  • Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?


Slide 7 - Diapositive

Vb. 1 bijvoeglijke bepaling/ bvb
Het nieuwe museum \ werd \door de Dordtse burgemeester\ geopend.

nieuwe = bvb bij het zn/ de kern museum (welke/ wat voor museum?)
Dordtse = bvb bij het zn/ de kern burgemeester (welke/ wat voor burgemeester?)

Slide 8 - Diapositive

Vb. 2 bijvoeglijke bepaling/ bvb
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij de beste voetbalclub van ons dorp.

slimme = bvb bij het zn/ de kern jongen (welke/wat voor + jongen?) 
beste = bvb bij het zn/ de kern voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)
van ons dorp = bvb bij het zn/ de kern voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

Slide 9 - Diapositive

bvb kort samengevat:
Een bvb zegt iets van het belangrijkste ZELFSTANDIGE NAAMWOORD van een zinsdeel = de kern

Slide 10 - Diapositive

Nu over naar: 


De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

(obwb)

Slide 11 - Diapositive

De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
  • De obwb is een zinsdeelstuk.
  • De obwb zegt iets een niet-zelfstandig naamwoord in een zinsdeel = de kern van het zinsdeel (maar geen zn)
  • De obwb kan voor of achter een niet-zn staan.
  • Let op: soms zit een obwb binnen een bijvoeglijke bepaling zoals: (heel > lekkere, ontzettend > saaie etc.)


Slide 12 - Diapositive

Vb. ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb
De sommen | vind | ik | erg moeilijk.
-> Welke kern(en) vind je in deze zin?
-> Is dit een zn of een andere woordsoort?
-> benoem welk woord bij welk woord een obwb is, zo:
obwb = .... bij ....

Slide 13 - Diapositive

Vb. ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb
De  sommen | vind | ik | erg moeilijk.

-> Welke woorden zeggen iets over deze kernen?
erg = obwb bij moeilijk (niet-zn, dus obwb)


Slide 14 - Diapositive

Vb. obwb en bvb
De zeer ingewikkelde opdrachten van gisteren vonden de leerlingen van de tweede klas heel erg interessant.
-> Zet zinsdeelstreepjes en bepaal per zinsdeel welke kern er is. 
-> Bedenk is dit een zn of een niet-zn
-> noteer obwb = .... bij .... // bvb= ... bij ... 

Slide 15 - Diapositive

Vb. obwb en bvb
De zeer ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van de tweede klas | heel erg interessant.



Slide 16 - Diapositive

Vb. obwb en bvb
De zeer ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van de tweede klas | heel erg interessant.
zeer ingewikkelde is bvb bij opdrachten (=zn)
zeer is obwb bij ingewikkelde (= niet-zn)
van gisteren is bvb bij opdrachten (=zn)
van de tweede klas is bvb bij leerlingen (=zn)
heel erg is obwb bij interessant (=niet-zn)
heel is obwb bij erg (niet-zn) > let op: soms zit er dus een obwb in een bvb!



Slide 17 - Diapositive

Aan de slag!
Huiswerk:
  • Planning grammatica HUISWERK.
  • Planning schrijven + boek uit.
  • Mindmap bij theorie grammatica  zinsdelen H1, H2 en H3.

Neem vrijdag ook je leesboek mee tijdens de praktische opdracht.

Slide 18 - Diapositive