NE2 Lijdend en bedrijvend voltooide tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Een bedrijvende zin is hetzelfde als een actieve zin.

1. Waar
2. Niet waar

Lijdend = passief

Bedrijvend = actief

Als er een voltooid deelwoord in een zin staat, betekent dat automatisch dat de zin in de voltooide tijd staat.

1. Waar
2. Niet waar

Bijvoorbeeld...

Ik word geslagen = o.t.t.

Ik ben geslagen = v.t.t.

Ik heb geslagen = v.t.t.

Het hulpwerkwoord 'worden' zet een zin dus niet in de voltooide tijd!

In een lijdende zin zien we in het Nederlands altijd een vorm van 'worden'.

1. Waar
2. Niet waar

Kijk maar...

Meer weten?

Stiekem is hier wel een variant van 'worden', maar dat laten we weg: zij is geknuffeld (geworden). 

Let op: in de voltooide tijd zit wel een variant van worden verstopt: 'zij is / was geknuffeld (geworden'

Een zin in de lijdende vorm heeft nooit een lijdend voorwerp.

1. Waar
2. Niet waar

Lijdend en bedrijvend in de voltooide tijd

Bedrijvend voltooid --> lijdend voltooid?

1. Gebruik het hulpwerkwoord 'zijn'. 
2. Het hulpwerkwoord 'worden' verandert in 'geworden' (en laten we weg). 

Voorbeeld

De man heeft een kasteel gebouwd. (bedrijvend)

-->

Een kasteel is gebouwd (geworden) door de man. (lijdend)

Hij (winnen, ott, bedrijvend) de beker.

De kampioen (toejuichen, ovt, lijdend) door het publiek.

De vrouwen (zien, vtt, bedrijvend) een zeldzame vogel.

De boswachter (vinden, ovt, bedrijvend) een huilend kind.

De school (sluiten, ottt, lijdend) door de mentor.

Welke vraag heb je nog over de lijdende en bedrijvende vorm?