Kwaliteitseisen en constructievoorschriften

• Informatiemanagement
• HBO
• Studiejaar 1

Studiedag 5 december 2018

Toetsconstructie

student.lessonup.com

Het gaat vandaag niet over

Validiteit,

Betrouwbaarheid of

Toetsmatrijzen!

Maar wel over.....

√​​​​veel

Kwaliteitseisen en constructievoorschriften

• R (relevant= zinvol en relatie met toetsterm)
  
• O (objectief= deskundigen vinden dit het juiste antwoord)
  
• S (specifiek= geen aanwijzingen, geen absolute info,..)
  
• E (efficiënt= geen overbodige info, niet moeilijker dan nodig..)
  

Relevantie

• De vraag moet aansluiten bij de inhoud en niveau van de toetsterm
  
• Heeft (dus) wel te maken met de toetsmatrijs
  

Objectief

De vraag moet:

• duidelijk zijn
  
• er mag maar één antwoord (EM) correct zijn
  

Tekst

(GO) Welke software gebruik je om een gescande afbeelding af te drukken?

1. een multimediaprogramma
2. een presentatieprogramma
3. een tekenprogramma
4. een tekstverwerker

(OO)Kun je vier documenten noemen die in het TOS moeten worden opgenomen?

Specifiek

• Geen vertekend beeld of absolute formulering (alle, nooit)
  
• Geen hints (aansluiting op stam)
  
• Langste alternatief
  
• Plausibel
  
• Juiste volgorde (alfabetisch, nummering)

Efficiënt

• Geen dubbele ontkenning, positieve formulering
  
• Geen overbodige informatie
  
• Niet moeilijker geformuleerd dan nodig
  

Welke van de onderstaande beweringen is NIET waar?

1. Gabi is lid van het MT
2. Elly K is geen lid van de vakgroep OND
3. Bas Slot is geen lid van de vakgroep BewOnd
4. Johan N is lid van de vakgroep OJW

EM stelling

2 keer J/O vraag

Sleep de afbeelding naar de juiste omschrijving

Niet betrouwbaar niet valide

Betrouwbaar niet valide

Betrouwbaar en valide

ToetsOpslagSysteem

Toetsdossier Saxion

https://tos.saxion.nl/#/login

https:

Toetsanalyse

Actie voor docenten na afloop van de toets

https://saxion.surpass.com

DI waarde (hoog-laag)

DI
=

The Discrimination Index is the ability of an item to distinguish between high and low scorers, this value ranges between -1.00 and +1.00. If high scoring students get an item correctly more frequently than low scoring students, it is given a positive DI (between 0.00 and +1.00). If low performing students answer a question correctly more often than high scorers, it is has a negative DI (between 0.00 and -1.00).

In Surpass, menu Rapporten

• Analysegegevens...
  
• Eventueel filteren periode met filterknop...
• Selecteer toetsformulier...
• Selecteer geleverde items.

Voorbeeld hierna

https: