LOB: Bronvermelding PWS

PWS Vaardigheden LOB

Basisworkshop bronvermelding volgens APA richtlijnen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

PWS Vaardigheden LOB

Basisworkshop bronvermelding volgens APA richtlijnen

Slide 1 - Diapositive

Programma
1. App downloaden en inloggen in LessonUp (2 min)
2. Enquete 2 vragen (1 min)
3. Interactieve uitleg (15 min)
4. test je kennis (8 min)

Slide 2 - Diapositive

Enquetevraag volgende dia
  1. Ik weet wanneer ik een bron moet vermelden
2. Ik weet hoe ik een bron moet vermelden (volgens APA richtlijnen in Word)

Slide 3 - Diapositive

Ik weet WANNEER ik een bron moet vermelden: Ja of Nee?

Slide 4 - Question ouverte

2. Ik weet HOE ik een bron moet vermelden volgens APA richtlijnen: Ja of Nee?

Slide 5 - Question ouverte

Waarom APA richtlijnen?
Het HL gebruikt APA omdat dit de meest toegepaste methode is bij hogescholen en universiteiten. APA is de afkorting voor American Psychological Association (APA, 2020). Kun je deze toepassen dan lukken andere ook. 

Slide 6 - Diapositive

Waarom moet ik een bron vermelden?
Voorkom plagiaat (want je hebt het niet zelf bedacht!)
Jij bent ook onderdeel van de kennis samenleving: je geeft ook jouw kennis door...
Bronvermelding zegt iets over de kwaliteit van jouw tekst

Slide 7 - Diapositive

Welke bronnen moet ik vermelden?
Vul maar in op de volgende dia welke bron(nen) jij denkt dat je wél moet vermelden 

Slide 8 - Diapositive

Welke bronnen moet ik vermelden?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Deze ook?
Jazeker: óók iedere afbeelding die je toevoegt!!

Slide 10 - Diapositive

Wanneer moet ik een bron vermelden?
  • Als je de woorden van een ander overneemt
  • Als je een gedeelte herschrijft in andere woorden
  • Als je ideeën overneemt uit een bron

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld wel/geen bronvermelding
Niet: Algemeen bekend  (bv. 1+1 =2 of Mickey Mouse is bedacht                                                          door Walt Disney)
Wel: Specifiek gegeven, feit of jaartal  (bv. -> Mickey Mouse verscheen voor het eerst uitgezaagd in een zwart-wit cartoon genaamd Steamboat Willy op 18 november 1928 (Finch, 1975*)
 

Slide 12 - Diapositive

Uit welke twee delen bestaat bronvermelding volgens APA?
  1. In de tekst een korte verwijzing, meestal naam auteur en jaartal (Finch,C.,1975)
  2. Een volledige referentie van de titel en andere publicatiegegevens in de literatuurlijst ná alle tekst

Slide 13 - Diapositive

Waar plaats ik bronvermelding?

  • In een zin óf
  • Aan het einde van een zin óf
  • Aan het einde van een alinea 
Voorbeeld:
Volgens Finch (1975) tekende Walt Disney tijdens de treinreis naar huis zijn nieuwe karakter Mickey Mouse….

Óf: 
Walt Disney tekende tijdens de treinreis naar huis zijn nieuwe karakter Mickey Mouse …. (Finch, 1975)

Slide 14 - Diapositive

 alle tekst volgt dus de bronnenlijst

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Best veel werk dat APA invullen..
.... maar dan maakt Word volautomatisch voor jou de literatuurlijst!!

Slide 20 - Diapositive

3 Tips:
  1. Start vanaf dag 1 met een bronnenlijst: notitie met bron + beschrijving
  2. Afbeelding gebruiken: dan in tekst verwijzen naar afbeelding, afbeelding krijgt nummer, titel in onderschrift én bronvermelding
  3. Samenwerken in Google docs? Dan bronvermelding omzetten via Scribbr.nl (goede website voor een scriptie!)

Slide 21 - Diapositive

Heel veel succes met het PWS schrijven en de samenwerking!

Slide 22 - Diapositive

Het gebruik van citaten moet je beperken in je PWS.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Welke bronvermelding IN DE TEKST is juist?
A
Van der Poel en Zijlman (2016) adviseren om...
B
Van der Poel & Zijlman (2016) adviseren om...
C
(Van der Poel & Zijlman, 2016) adviseren om...

Slide 24 - Quiz

Je gebruikt 'et al.' in deze situatie:
A
Als de bron meerdere auteurs heeft, na de tweede verwijzing
B
Als de bron meerdere auteurs heeft, bij alle verwijzingen
C
Als je geen zin hebt om alle auteursnamen te typen
D
Als de bron meer dan twee auteurs heeft, vanaf de tweede verwijzing

Slide 25 - Quiz

Je verwijst naar een bron met de haakjes (Jansen, 2016) in de lopende tekst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Je mag links naar bronnen/websites onderaan je tekst zetten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Bij citeren vermeld je altijd paginanummers in de bronvermelding tussen haken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Een correcte bronvermelding in de literatuurlijst bevat altijd:
A
Auteur(s)
B
Publicatiedatum
C
Titel
D
Publicatie-info zoals uitgever, jaargang, pagina's

Slide 29 - Quiz

Een bron vermeld je tussen de haken in volgorde van:
A
alfabetische volgorde auteursnamen
B
belangrijkheid van auteurs
C
de volgorde zoals het bij de bron is vermeld

Slide 30 - Quiz

Je literatuurlijst orden je op volgorde van:
A
alfabetische volgorde auteursnamen
B
type bron
C
van meest gebruikte bron naar minst gebruikte bron

Slide 31 - Quiz

Je mag de tekst uit een bron altijd letterlijk kopiëren en plakken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Als meerdere bronnen dezelfde informatie bevatten, vermeld ik ze zo:
A
(Jansen, 2016), (Van der Berg, 2017), (Rutten, 2018)
B
(Jansen, 2016, Van der Berg, 2017, Rutten, 2018)
C
(Jansen, Van der Berg, Rutten, 2016,2017,2018)
D
(Jansen, 2016; Van der Berg, 2017; Rutten, 2018)

Slide 33 - Quiz

De bronvermelding in de lopende tekst staat altijd aan het einde van een zin of alinea.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz