Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
APA
Slide 1 - Diapositive
Verwijzen naar bronnen, waarom?
Voorkomen van plagiaat
Je kunt verder lezen in de bron als je meer wilt weten
Je kunt controleren of het klopt wat je zegt
De originele schrijver krijgt de credits
Slide 2 - Diapositive
Citeren of parafraseren?
Citeren: Je neemt letterlijk over wat een ander gezegd of geschreven heeft.
Parafraseren: Je vertelt in eigen woorden wat de ander gezegd of geschreven heeft.
Slide 3 - Diapositive
Welke bronnen moet ik vermelden?
A
B
C
D
Slide 4 - Quiz
Deze ook?
Jazeker: óókiedere afbeelding die je toevoegt!!
Slide 5 - Diapositive
Wanneer moet ik een bron vermelden?
Als je de woorden van een ander overneemt
Als je een gedeelte herschrijft in andere woorden
Als je ideeën overneemt uit een bron
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld wel/geen bronvermelding
Niet: Algemeen bekend (bv. 1+1 =2 of Mickey Mouse is bedacht door Walt Disney)
Wel:Specifiek gegeven, feit of jaartal (bv. -> Mickey Mouse verscheen voor het eerst uitgezaagd in een zwart-wit cartoon genaamd Steamboat Willy op 18 november 1928 (Finch, 1975*)
Slide 9 - Diapositive
Uit welke twee delen bestaat bronvermelding volgens APA?
In de tekst een korte verwijzing, meestal naam auteur en jaartal (Finch,C.,1975)
Een volledige referentie van de titel en andere publicatiegegevens in de literatuurlijst ná alle tekst
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Automatische bronnenlijst
Slide 12 - Diapositive
Document met meer informatie
Apa-richtlijnen
Slide 13 - Diapositive
Best veel werk dat APA invullen..
.... maar dan maakt Word volautomatisch voor jou de literatuurlijst!!
Slide 14 - Diapositive
Je verwijst naar een bron met de haakjes (Jansen, 2016) in de lopende tekst.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
De bronvermelding in de lopende tekst staat altijd aan het einde van een zin of alinea.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Als meerdere bronnen dezelfde informatie bevatten, vermeld ik ze zo:
A
(Jansen, 2016), (Van der Berg, 2017), (Rutten, 2018)
B
(Jansen, 2016, Van der Berg, 2017, Rutten, 2018)
C
(Jansen, Van der Berg, Rutten, 2016,2017,2018)
D
(Jansen, 2016; Van der Berg, 2017; Rutten, 2018)
Slide 17 - Quiz
Je mag de tekst uit een bron altijd letterlijk kopiëren en plakken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Je literatuurlijst orden je op volgorde van:
A
alfabetische volgorde auteursnamen
B
type bron
C
van meest gebruikte bron naar minst gebruikte bron
Slide 19 - Quiz
Een bron vermeld je tussen de haken in volgorde van:
A
alfabetische volgorde auteursnamen
B
belangrijkheid van auteurs
C
de volgorde zoals het bij de bron is vermeld
Slide 20 - Quiz
Een correcte bronvermelding in de literatuurlijst bevat altijd:
A
Auteur(s)
B
Publicatiedatum
C
Titel
D
Publicatie-info zoals uitgever, jaargang, pagina's
Slide 21 - Quiz
Bij citeren vermeld je altijd paginanummers in de bronvermelding tussen haken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Je mag links naar bronnen/websites onderaan je tekst zetten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Je gebruikt 'et al.' in deze situatie:
A
Als de bron meerdere auteurs heeft, na de tweede verwijzing
B
Als de bron meerdere auteurs heeft, bij alle verwijzingen
C
Als je geen zin hebt om alle auteursnamen te typen
D
Als de bron meer dan twee auteurs heeft, vanaf de tweede verwijzing
Slide 24 - Quiz
Welke bronvermelding IN DE TEKST is juist?
A
Van der Poel en Zijlman (2016) adviseren om...
B
Van der Poel & Zijlman (2016) adviseren om...
C
(Van der Poel & Zijlman, 2016) adviseren om...
Slide 25 - Quiz
Het gebruik van citaten moet je beperken in je PWS.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Als je nog vragen hebt over APA of verwijzingen, stel ze dan hier.