Posesivos, adjetivos y familia
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
La familia
Slide 3 - Carte mentale
la madre
la familia
el padre
el primo
el tío
la hermana
los abuelos
De opa en oma
de neef
de zus
de moeder
de familie
de oom
de vader
Slide 4 - Question de remorquage
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos
mi(s)
vuestro/a/os/as
su(s)
tu(s)
nuestro/
a/os/as
mijn
uw
jouw
hun
zijn
jullie
haar
ons/onze
Slide 8 - Question de remorquage
Vertaal!
mijn opa - mijn zussen - jouw neef - jouw ooms - haar broer - zijn broer - uw broers
mijn opa - mijn zussen - jouw neef - jouw ooms - haar broer - zijn broer - uw broers
Slide 9 - Question ouverte
Welke Spaanse woorden die een ruimte in / om het huis aanduiden ken je al? (bijv: keuken, zolder)
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
mannelijk/vrouwelijk
ÉN
enkelvoud/meervoud
enkelvoud/meervoud
NIET
naranja
elegante
blanco
gracioso
pequeño
anticuado
aburrido
marrón
gris
rosa
azul
