3de graad LPD 1-2-3

3de graad LPD 1-2-3
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnSecundair onderwijs

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 12 min

Éléments de cette leçon

3de graad LPD 1-2-3

Slide 1 - Diapositive

Si enim rationem hominibus di dederunt, malitiam dederunt. (Cic., Nat. Deorum, III), 75
Als de Goden namelijk verstand aan de mensen hebben gegeven, hebben ze ook slechtheid gegeven. (vert. Hunink)
Bespreek aan de hand van het origineel en de vertaling verschillen in het Latijnse en het Nederlandse taalsysteem.

LPD 1 De leerlingen leiden de betekenis van woorden af vanuit woordverwantschap en vorming.
LPD 2 De ll'en lichten gelijkenissen en verschillen toe tussen het taalsysteem van het Latijn en een modern taalsysteem.
LPD 3 De leerlingen lichten elementen van taalevolutie en taalvariatie toe in het Latijn.

Slide 2 - Sondage

Saluta Serenum scriba c<o>n suis. Saluta omnes contubernales nostrous. (fragment uit een brief van een Romeinse soldaat in Egypte, ca 115 n.Chr.)
Waaruit kan je afleiden dat deze soldaat volkslatijn schreef?


LPD 1 De leerlingen leiden de betekenis van woorden af vanuit woordverwantschap en vorming.
LPD 2 De ll'en lichten gelijkenissen en verschillen toe tussen het taalsysteem van het Latijn en een modern taalsysteem.
LPD 3 De leerlingen lichten elementen van taalevolutie en taalvariatie toe in het Latijn.

Slide 3 - Sondage

Sarra, non belle facis, solus me relinquis. (C.I.L. IV, 1951, graffiti in Pompeii)
Wat leert deze graffito je over het in de straat gebruikte Latijn?



LPD 1 De leerlingen leiden de betekenis van woorden af vanuit woordverwantschap en vorming.
LPD 2 De ll'en lichten gelijkenissen en verschillen toe tussen het taalsysteem van het Latijn en een modern taalsysteem.
LPD 3 De leerlingen lichten elementen van taalevolutie en taalvariatie toe in het Latijn.

Slide 4 - Sondage

Bij Homeros hebben we bij de substantieven heel specifieke uitgangen:
1e klasse gen.m.enk.: -οιο Πριαμοιο
-oισι(ν) οἰωνοῖσι
Gemengde klasse gen.v. mv: εων πασέων




LPD 1 De leerlingen leiden de betekenis van woorden af vanuit woordverwantschap en vorming.
LPD 2 De ll'en lichten gelijkenissen en verschillen toe tussen het taalsysteem van het Latijn en een modern taalsysteem.
LPD 3 De leerlingen lichten elementen van taalevolutie en taalvariatie toe in het Latijn.

Slide 5 - Sondage

Orden deze Latijnse telwoorden van 1 tot 10.: tres, quinque, octo, decem, duo, quattuor, sex, septem, novem, unus.
Zet er de overeenkomstige Spaanse telwoorden naast.: cinco, nueve, dos, diez, tres, ocho, siete, uno, cuatro.




LPD 1 De leerlingen leiden de betekenis van woorden af vanuit woordverwantschap en vorming.
LPD 2 De ll'en lichten gelijkenissen en verschillen toe tussen het taalsysteem van het Latijn en een modern taalsysteem.
LPD 3 De leerlingen lichten elementen van taalevolutie en taalvariatie toe in het Latijn.

Slide 6 - Sondage

Welke onderdelen herken je in victor? Wat betekent het dus?




LPD 1 De leerlingen leiden de betekenis van woorden af vanuit woordverwantschap en vorming.
LPD 2 De ll'en lichten gelijkenissen en verschillen toe tussen het taalsysteem van het Latijn en een modern taalsysteem.
LPD 3 De leerlingen lichten elementen van taalevolutie en taalvariatie toe in het Latijn.

Slide 7 - Sondage

Etenim ille, cuius huc iussu venio, Iuppiter
Non minus quam vostrum quivis formidat vostrum malum. (Plautus, Am. 1, prol. 26-27)
Welke afwijking tegenover het klassiek Latijn zie je hier? Hoe verklaar je dat?




LPD 1 De leerlingen leiden de betekenis van woorden af vanuit woordverwantschap en vorming.
LPD 2 De ll'en lichten gelijkenissen en verschillen toe tussen het taalsysteem van het Latijn en een modern taalsysteem.
LPD 3 De leerlingen lichten elementen van taalevolutie en taalvariatie toe in het Latijn.

Slide 8 - Sondage

In een Latijnse verklarende woordenlijst uit de 8ste eeuw bij de vulgaat (= de officiële Latijnse versie van de bijbel) vind je o.a.:
• pulcra = bella
• optimum = valde bonum
• diutius = longius
Wat leert dit je over het Latijn dat in de 8ste eeuw gebruikt werd?



LPD 1 De leerlingen leiden de betekenis van woorden af vanuit woordverwantschap en vorming.
LPD 2 De ll'en lichten gelijkenissen en verschillen toe tussen het taalsysteem van het Latijn en een modern taalsysteem.
LPD 3 De leerlingen lichten elementen van taalevolutie en taalvariatie toe in het Latijn.

Slide 9 - Sondage

Pater, ego sum valde sollicita de hac visione, que apparuit mihi in spiritu mysterii, quam numquam vidi cum exterioribus oculis carnis. (Hildegard van Bingen aan Bernardus van Clairvaux, 1147)
Wat leid je uit dit fragment af over het middeleeuws Latijn i.v.m. het gebruik van pers.vnw., de vorming van trappen van vergelijking en de uitspraak? Bewijs met de tekst.




LPD 1 De leerlingen leiden de betekenis van woorden af vanuit woordverwantschap en vorming.
LPD 2 De ll'en lichten gelijkenissen en verschillen toe tussen het taalsysteem van het Latijn en een modern taalsysteem.
LPD 3 De leerlingen lichten elementen van taalevolutie en taalvariatie toe in het Latijn.

Slide 10 - Sondage

Veel medische termen zijn afgeleid van het Grieks. Welke stammen/woorden herken je in de volgende medische woorden: gastritis, nefrose, analgesicum …




LPD 1 De leerlingen leiden de betekenis van woorden af vanuit woordverwantschap en vorming.
LPD 2 De ll'en lichten gelijkenissen en verschillen toe tussen het taalsysteem van het Latijn en een modern taalsysteem.
LPD 3 De leerlingen lichten elementen van taalevolutie en taalvariatie toe in het Latijn.

Slide 11 - Sondage