De Romulo et Remo

Post crudelem caedem: Wie werd er vermoord?
A
Amulius
B
filios Numitoris
C
filios Amulii
D
Rhea Silva
1 / 26
suivant
Slide 1: Quiz
LatijnSecundair onderwijs

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Post crudelem caedem: Wie werd er vermoord?
A
Amulius
B
filios Numitoris
C
filios Amulii
D
Rhea Silva

Slide 1 - Quiz

Geef een mooie vertaling voor 'secum'

Slide 2 - Question ouverte

Rhea Silva filios genuit. Waarom was dat 'contra omnium expectationem'?

Slide 3 - Question ouverte

JUIST OF FOUT?
Amulius zal Rhea Silva uithongeren in een toren.
A
JUIST
B
FOUT

Slide 4 - Quiz

Op welke manier wil hij haar zonen vermoorden?

Slide 5 - Question ouverte

Juist of fout? Amulius legt de kinderen in een voederbak en werpt ze in de Tiber.
A
JUIST
B
FOUT

Slide 6 - Quiz

Naar welk Latijns woord verwijst 'eis' op r. 5?

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal 'praemium' (r. 4)

Slide 8 - Question ouverte

Hoe staat het in het Latijn? 'De regen was met bakken uit de lucht gevallen'

Slide 9 - Question ouverte

Juist of fout? De Tiber was overstroomd.
A
JUIST
B
FOUT

Slide 10 - Quiz

JUIST OF FOUT?
Op de dichtsbijzijnde velden lagen er veel plassen water.
A
JUIST
B
FOUT

Slide 11 - Quiz

Waarom

Slide 12 - Question ouverte

TWEEDE BLOKJE

Slide 13 - Diapositive

Waarom lieten de dienaars de jongens achter in de plassen? Antwoord met 4 Latijnse woorden.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is juist? Hi op r. 8 verwijst naar ...
A
Hi = de jongens
B
Hi = de dienaars
C
Hi = Aemulius
D
Hi = het moeras

Slide 15 - Quiz

De dienaars vertellen de waarheid aan de koning.
A
JUIST
B
FOUT

Slide 16 - Quiz

Hoe komt het dat het mandje van de tweeling droogblijft? Antwoord met 2 Latijnse woorden.

Slide 17 - Question ouverte

Welk Latijns woord geeft aan WAAROM de wolvin naar de rivier komt?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe komt het dat de kinderen op dat moment nog niet dood zijn van honger en dorst? Geef de 3 Latijnse woorden.

Slide 19 - Question ouverte

Geef de Latijnse woorden die passen bij deze afbeelding.

Slide 20 - Question ouverte

Waaruit blijkt dat de wolvin een zorgzaam type is? Je mag antwoorden in het Nederlands.

Slide 21 - Question ouverte

DERDE DEEL

Slide 22 - Diapositive

Wat klopt over Faustulus?
A
Hij is een koning.
B
Hij is rijk.
C
Hij is een herder.
D
Hij is een meester.

Slide 23 - Quiz

Geef de 2 Latijnse woorden die aantonen dat Faustulus arm is.

Slide 24 - Question ouverte

Wat klopt?
A
Faustulus hoort al enkele dagen baby's huilen.
B
Acca Larentia is bezorgd en laat haar man een kijkje nemen.
C
Faustulus is niet bang van de wolvin.
D
Faustulus neemt de kinderen mee naar zijn vrouw.

Slide 25 - Quiz

Welke twee Latijnse woorden bewijzen dat het verhaal een happy end heeft?

Slide 26 - Question ouverte