Kostprijs = (vaste kosten + variabele kosten) ÷ aantal producten
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Kostprijs
Vaste kosten
Variabele kosten
Geproduceerde/verkochte aantal producten
Kostprijs = (vaste kosten + variabele kosten) ÷ aantal producten
Slide 1 - Diapositive
Voor de productie van 2750 banken maakte meubelfabriek Balk vorig jaar € 959.750 vaste kosten en € 1.295.250 variabele kosten. Bereken de kostprijs per bank
Slide 2 - Question ouverte
Voor de productie van 2750 banken maakte meubelfabriek Balk vorig jaar € 959.750 vaste kosten en € 1.295.250 variabele kosten. Een jaar later stijgt de productie naar 3100 banken en de variabele kosten naar € 1.460.000. Wat is de kostprijs per bank.
Slide 3 - Question ouverte
Winst
Omzet (prijs x afzet)
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten-
Nettowinst
* Alles moet exclusief btw, dus als het erin zit, eerst eruit halen.
Slide 4 - Diapositive
Bakkerswinkel Buijs heeft deze maand 3 228 broden verkocht voor een gemiddelde prijs van € 2,35 (inclusief 6% btw). De inkoopwaarde ervan bedroeg € 1.280 (exclusief 6% btw). De bedrijfskosten waren € 3.980 (inclusief € 690 btw) Bereken de nettowinst of het nettoverlies van deze maand.
Slide 5 - Question ouverte
Afschrijving
Afschrijving per jaar = waardedaling per jaar
= (aanschafprijs - restwaarde) ÷ aantal gebruikmaken
Slide 6 - Diapositive
Kay koopt voor zijn taxibedrijf voor € 46.480 een nieuwe taxi die hij zes jaar wil gebruiken. Als hij hem daarna inruil, verwacht hij er nog € 13.000 voor te krijgen. Bereken de afschrijving per jaar.
Slide 7 - Question ouverte
Kay koopt voor zijn taxibedrijf voor € 46.480 een nieuwe taxi die hij zes jaar wil gebruiken. Als hij hem daarna inruil, verwacht hij er nog € 13.000 voor te krijgen. Wat is de taxi nog waard na het tweede jaar.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Shipyard koopt een speedboot in voor € 6.670. De boot wordt verkocht met een brutowinstmarge van 90%. De btw is € 21% Bereken de consumentenprijs.
Land- en tuinbouworganisatie LTO, heeft onderzocht hoeveel de vraag en hoe groot het aanbod is van verse asperges bij verschillende priJzen per kilo. Maak aan de hand van deze gegevens eengrafiek waarin je de vraaglijn en de aanbodlijn tekent. Maak een foto en lever hier in. Tabel staat op blz. 99 opgave 24