Derde klas scheikunde - Atoombouw

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Derde klas scheikunde

Atoombouw

De lading van deze deeltjes moet je kennen: 

proton: 1+

neutron: neutraal +/-

elektron: 1-

In een atoom zijn er evenveel protonen als elektronen.

Wat zit er tussen de atoomkern en de elektronenschil?

1. lucht
2. niets
3. ether
4. dat hangt van de stof af

massa proton / neutron:

Op rekenmachine: 1,7 EXP (-) 27

1,7⋅10​−27​​kg

Hoeveel gram komt overeen met

1,7⋅10​−27​​kg?

1. 1,7⋅10​−24​​
2. 1 mol
3. 1,7⋅10​−30​​
4. Dat hangt af van de stof

= 1 atomaire massa-eenheid

= 1 u

1,7⋅10​−27​​kg

Een elektron is ongeveer 1000 keer lichter dan een proton of neutron. 

Deze massa is te verwaarlozen.

proton: 1 u 

neutron: 1 u

elektron: 0 u

Een zuurstofatoom bestaat uit 8 protonen en 8 neutronen  en 8 elektronen.

Wat is de massa (in u) van het zuurstofmolecuul?

1. 8
2. 16
3. 24
4. 32

Als je een heleboel deeltjes hebt, die bijna niets wegen...

1 mol = 

6⋅10​23​​deeltjes

Hoeveel gram weegt een mol van een stof, waarvan het molecuul 32 u weegt?

1. 32 gram
2. 32⋅1,7⋅10​−24​​gram
3. 1 mol
4. 32 mol

= 32

(Omdat de getallen zijn afgerond, komt het niet helemaal goed uit, maar zonder de afronding is het precies 32)

32x1,7⋅10​−24​​x6⋅10​23​​

atoomnummer

aantal protonen

massagetal

aantal protonen + aantal neutronen

Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft een atoom met atoomnummer 11 en massagetal 23?

1. protonen: 12 elektronen: 11 neutronen: 12
2. protonen: 12 elektronen: 12 neutronen: 11
3. protonen: 11 elektronen: 11 neutronen: 12
4. protonen: 11 elektronen: 12 neutronen: 11

isotopen

atomen met hetzelfde aantal protonen

maar een ander aantal neutronen

Wat is er NIET hetzelfde in isotopen?

1. atoomnummer
2. massagetal
3. aantal protonen
4. aantal elektronen

isotopen

reageren chemisch gezien hetzelfde, 

maar verschillen in massa en

kunnen verschillen in radioactiviteit 

notatie

alternatieve notatie

Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft

1. protonen: 6 elektronen: 6 neutronen: 14
2. protonen: 6 elektronen: 6 neutronen: 8
3. protonen: 14 elektronen: 6 neutronen: 6
4. protonen: 14 elektronen: 14 neutronen: 6

Scheikunde heeft alles te maken met de elektronen

Atomen in molecuul zijn aan elkaar verbonden 

via de elektronen:

atoombinding = elektronenpaar

Covalentie

aantal atoombindingen dat een atoom kan maken

Bijvoorbeeld: 

covalentie van H is 1

covalentie van O is 2

      O

      /        \

       H           H

Molecuulbinding

= vanderwaalsbinding

= binding tussen moleculen