Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 3: Periodiek Systeem, Atoombouw en Rekenen met de atoommassa
Het geheim van het atoom
3.5
3.6
3.7
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
90 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Het geheim van het atoom
3.5
3.6
3.7
Slide 1 - Diapositive
Het
periodiek systeem
bestaat uit twee soorten elementen, de
metalen (G) en de
niet metalen (B)
3.5 Periodiek systeem
Slide 2 - Diapositive
De elementen in dezelfde groep (kolom) hebben overeenkomstige eigenschappen.
Groepen:
Groep 1:
alkalimetalen
, zeer reactief en reageren heftig met water.
Bij reactie met water ontstaat waterstof, dat kan spontaan ontbranden en maakt de reactie heftiger.
3.5 Periodiek systeem
Slide 3 - Diapositive
Groepen:
Groep 17:
halogenen (zoutvormers)
, zeer reactief.
Halogenen vormen gemakkelijk verbindingen met metalen, bijvoorbeeld natrium en chloor wordt keukenzout.
3.5 Periodiek systeem
De elementen in dezelfde groep (kolom) hebben overeenkomstige eigenschappen.
Slide 4 - Diapositive
Groepen:
Groep 18:
edelgassen
reageren niet met andere elementen en vormen dus geen verbindingen.
3.5 Periodiek systeem
De elementen in dezelfde groep (kolom) hebben overeenkomstige eigenschappen.
Slide 5 - Diapositive
Eigenschappen van metalen
Ze geleiden elektrische stroom.
Ze zijn goede warmtegeleiders.
Ze hebben in het algemeen een hoog smeltpunt (uitgezonderd kwik).
Ze zijn makkelijk te vormen door
smeden
en walsen.
Ze hebben van nature een glanzend uiterlijk.
3.5 Periodiek systeem
Slide 6 - Diapositive
Eigenschappen van metalen
Ze geleiden elektrische stroom.
Ze zijn goede warmtegeleiders.
Ze hebben in het algemeen een hoog smeltpunt (uitgezonderd kwik).
Ze zijn makkelijk te vormen door
smeden
en walsen.
Ze hebben van nature een glanzend uiterlijk.
3.5 Periodiek systeem
Bij de niet-metalen zijn er nauwelijks gemeenschappelijke kenmerken.
Slide 7 - Diapositive
3.6 Atoombouw
Slide 8 - Diapositive
3.6 Atoombouw
Atoommodel van Rutherford
Het atoommodel van Rutherford bestaat uit twee onderdelen:
atoomkern
: bevat protonen en neutronen.
elektronenwolk
(schil): bevat elektronen.
Slide 9 - Diapositive
3.6 Atoombouw
Ieder atoom heeft zijn eigen
atoomnummer
.
Atoommodel van Rutherford
Slide 10 - Diapositive
3.6 Atoombouw
Het aantal neutronen wordt bepaald door het
massagetal
.
Atoommodel van Rutherford
Slide 11 - Diapositive
3.6 Atoombouw
De massa van een atoom wordt uitgedrukt in atomaire massa eenheden (units), namelijk
u
.
1 u = 1,66
.
10
-27
kg
Atoommodel van Rutherford
Slide 12 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
6
koolstof
12
Slide 13 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
6
koolstof
12
atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
Slide 14 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
6
koolstof
12
atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
aantal neutronen = massagetal - aantal protonen
Slide 15 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
6
koolstof
12
6
6
atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
aantal neutronen = massagetal - aantal protonen
Slide 16 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
6
koolstof
12
6
6
6
atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
aantal neutronen = massagetal - aantal protonen
Slide 17 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
6
koolstof
C
12
6
6
6
atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
aantal neutronen = massagetal - aantal protonen
Slide 18 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
26
56
Slide 19 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
26
ijzer
56
atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
Slide 20 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
26
ijzer
56
atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
aantal neutronen = massagetal - aantal protonen
Slide 21 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
26
ijzer
56
26
26
atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
aantal neutronen = massagetal - aantal protonen
Slide 22 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
26
ijzer
56
26
30
26
atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
aantal neutronen = massagetal - aantal protonen
Slide 23 - Diapositive
3.6 Atoombouw
atoomnummer
naam
symbool
massagetal
p
+
n
e
-
26
ijzer
Fe
56
26
30
26
atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
aantal neutronen = massagetal - aantal protonen
Slide 24 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Isotopen
Isotopen zijn atomen met hetzelfde
atoomnummer
maar een verschillend
massagetal
.
Of: Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal
protonen en elektronen
maar een verschillend aantal
neutronen
.
Slide 25 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Isotopen
Isotopen zijn atomen met hetzelfde
atoomnummer
maar een verschillend
massagetal
.
Of: Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal
protonen en elektronen
maar een verschillend aantal
neutronen
.
Van koolstof zijn er drie isotopen, namelijk: C-12, C-13 en C-14 (het atoomnummer blijft 6).
Slide 26 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Isotopen
Isotopen zijn atomen met hetzelfde
atoomnummer
maar een verschillend
massagetal
.
Of: Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal
protonen en elektronen
maar een verschillend aantal
neutronen
.
Van koolstof zijn er drie isotopen, namelijk: C-12, C-13 en C-14 (het atoomnummer blijft 6).
Het getal achter het element is het
massagetal
.
Slide 27 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Isotopen
Van Lithium zijn er drie isotopen, namelijk: Li-6, Li-7 en Li-8
Het getal linksboven is het
massagetal
.
Het getal linksonder is het
atoomnummer
.
Slide 28 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Molecuulmassa
Ieder atoom heeft zijn eigen atoommassa.
De totale massa van de atomen bepaald dus de massa van het molecuul.
Slide 29 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Molecuulmassa
Bereken de molecuulmassa van chloor.
Cl
2
Slide 30 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Molecuulmassa
Bereken de molecuulmassa van chloor.
De massa van een chloor atoom = 35,45 u
Cl
2
Slide 31 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Molecuulmassa
Bereken de molecuulmassa van chloor.
De massa van een chloor atoom = 35,45 u
De massa van de stof chloor = 2 x 35,45 = 70,9 u
Cl
2
Slide 32 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Molecuulmassa
Bereken de molecuulmassa van water.
H
2
O
Slide 33 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Molecuulmassa
Bereken de molecuulmassa van water.
De massa van een waterstof atoom = 1,00 u
H
2
O
Slide 34 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Molecuulmassa
Bereken de molecuulmassa van water.
De massa van een waterstof atoom = 1,00 u
De massa van een zuurstof atoom = 16,00 u
H
2
O
Slide 35 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Molecuulmassa
Bereken de molecuulmassa van water.
De massa van een waterstof atoom = 1,00 u
De massa van een zuurstof atoom = 16,00 u
De massa van
1
watermolecuul = 2 x 1,00 + 16,00 = 18,00 u
H
2
O
Slide 36 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Molecuulmassa
Bereken de molecuulmassa van
5
water moleculen.
De massa van een waterstof atoom = 1,00 u
De massa van een zuurstof atoom = 16,00 u
De massa van
1
watermolecuul = 2 x 1,00 + 16,00 = 18,00 u
5
water moleculen = 5 x 18,00 = 90,00 u
5
H
2
O
Slide 37 - Diapositive
3.7 Rekenen met atoommassa
Molecuulmassa
Bereken de molecuulmassa van sacharose.
De massa van een koolstof atoom = 12,01 u
De massa van een waterstof atoom = 1,00 u
De massa van een zuurstof atoom = 16,00 u
De massa van een sacharose molecuul = 12 x 12,01 + 22 x 1,00 + 11 x 16,00 = 180,06 u
C
12
H
22
O
11
Slide 38 - Diapositive
Het geheim van het atoom
maken 3.5 Periodiek systeem onderdeel D opdr 1 t/m 5
maken 3.6 Atoombouw onderdeel B opdr 1 t/m 5
maken 3.7 Rekenen met de atoommassa onderdeel B opdr 3 t/m 7
Leren namen en symbolen van Elementen en namen en formules van Molecuulformules
leren begrippen atoomnummer, massagetal, isotopen
Slide 39 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
H3.4 Atoombouw
Février 2022
- Leçon avec
33 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
§ 2.4 Atoombouw
Octobre 2023
- Leçon avec
47 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H2.4 Atoombouw
Novembre 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
1.2 Atoombouw en het periodiek systeem
Février 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2.4 Atoombouw
Novembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
2.4 Atoombouw
Octobre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
2.4 Atoombouw
Septembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
5.1- Atoombouw les 4
Novembre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Scheikunde
MBO