LJ2 Nederlands H5, 5.7 + 5.8

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: LJ2 Hoofdstuk 5, 5.7 + 5.8
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je lesboek van Nederlands en open je boek op p. 224. 

2. Lesdoel +Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- Heb je uitgelegd in welke vorm een werkwoord staat en welke regel is gebruikt;

- Kun je verkleinwoorden op de goede manier spellen;

Leergebiedoverstijgende doelen:

3. Arrangementen + mini-check

Scoor je verdiept (8 of hoger) dan mag je zelfstandig aan het werk: opdracht 6

De rest doet mee met de instructie

Hoe schrijf je ' worden' op de puntjes in de volgende zin: weet jij of ik volgende week ook op die receptie verwacht .... ?

Hoe schrijf je ' bieden' op de puntjes in de volgende zin: Zeg die verkoper maar dat ik niet meer dan tien eurocent ...

In welke tijd staat dit woord: ' betaal'

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd

In welke tijd staat dit woord? ' gebroken'

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid deeltijd

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk

De rest doet mee met de instructie 

4. Instructie

Om werkwoorden in een zin goed te spellen, moet je weten in welke vorm het werkwoord staat. Pas dan kun je de regels goed toepasen. Het werkt ook andersom: van de spelling kun je afleiden in welke vorm het werkwoord staat. In het volgende schema worden de regels voor het spellen van het werkwoord herhaald. 

We hebben het al een keer eerder gehad over ' verkleinwoorden'. In deze paragraaf leer je hoe je verkleinwoorden maakt door er een achtervoegsel achter te zetten. In de video in de volgende slide wordt het maken van verkleinwoorden nog een keer herhaald. 

Wat is het verkleinwoord van ' lolly'

Wat is het verkleinwoord van ' koning'

Wat is het verkleinwoord van ' gang'

5. Begeleid inoefenen

Intensief -->

Je maakt samen met de leerkracht opdracht 

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht ... op bladzijde 223.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Kun je woorden in de goede tijd in een zin benoemen?
Kun je verkleinwoorden maken door een achtervoegsel te gebruiken?

Heb je nog ergens hulp bij nodig?

Huiswerk

Maandag 16 januari

4.4 en 4,5 opdracht ...