Spelling H6 (herhalen alles)

WELKOM 

bij Nederlands 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WELKOM 

bij Nederlands 

Slide 1 - Diapositive

Planning vandaag
  • Planning periode
  • Spelling H6 (herhalen)
  • Betoog: kladversie/netversie afmaken

Slide 2 - Diapositive

Deze periode
  • Spelling H1-H6
Toetsmoment (60 min.): vrijdag 8 november

  • Betoog 
Toetsmoment (90 min.): donderdag 14 november

Slide 3 - Diapositive

Trema of geen trema?
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd

Slide 4 - Quiz

Hoe heet het leesteken tussen de woorden in?
na-apen
A
samenstellingsteken
B
combinatieteken
C
koppelteken
D
cedille

Slide 5 - Quiz

Hoe heet het leesteken onder de letter c?
Curaçao
A
accent circonflexe
B
apostrof
C
accent aigu
D
cedille

Slide 6 - Quiz

Apostrof of niet?


A
Karins handtas
B
Karin's handtas
C
Karins' handtas
D
Karins's handtas

Slide 7 - Quiz

accent aigu
A
café
B
crèche
C
enquête

Slide 8 - Quiz

Trema of geen trema?

A
ingredienten
B
ingrediënten

Slide 9 - Quiz

Wat is een cedille?
A
ç
B
Č

Slide 10 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 11 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
keuzepakket
B
keuzenpakket

Slide 12 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
bessesap
B
bessensap

Slide 13 - Quiz

Getallen onder de twintig uitschrijven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Welke spellingsregel is goed?
A
getallen tot en met tien moet je uitschrijven.
B
getallen tot en met twintig moet je uitschrijven.
C
getallen tot en met honderd moet je uitschrijven.
D
Geen enkel getal moet je uitschrijven.

Slide 15 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
aanstaande
A
as
B
a.s.
C
as.

Slide 16 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
In verband met
A
ivm
B
in.v.b
C
i.v.m.
D
i.v.m

Slide 17 - Quiz

Leestekens. Welke zin heeft alle leestekens goed?
A
Ga jij smorgens nog naar daltonuren?
B
Ga jij 's morgens nog naar daltonuren.
C
Ga jij 's morgens nog naar daltonuren?
D
Ga jij s' morgens nog naar daltonuren?

Slide 18 - Quiz

Kloppen de leestekens?
A
Robin zei: 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
B
Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
C
Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
D
Robin zei 'Wie gaat er mee naar de Mac?'

Slide 19 - Quiz

Vorige les:
  • Stap 1: onderwerp en stelling kiezen. 
  • Stap 2: drie artikelen/bronnen zoeken.
  • Stap 3: artikelen samenvatten. 
  • Stap 4: twee argumenten vóór en één argument tegen. 
  • stap 5: schemaatje maken + kladversie schrijven. 
  • stap 6: feedback van een klasgenoot. 
  • stap 7: netversie maken.


Je levert alle stappen in op It's Learning: hiervoor krijg je punten op je proces. 
Klaar? Maak Spelling H6 'spelling controleren'.

Slide 20 - Diapositive