klasNL oefenen toets hfst 9

klasNL oefenen toets hfst 9
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

klasNL oefenen toets hfst 9

Slide 1 - Diapositive

Wat is dit?


Slide 2 - Question ouverte

Wat is dit?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is dit?

Slide 4 - Question ouverte

Birdzhan is ................... Wij moeten vaak om hem lachen.
A
nerveus
B
grappig
C
mooi
D
boos.

Slide 5 - Quiz

Maram heeft lang haar met veel ...........
A
kleur
B
kaal
C
krullen
D
blond

Slide 6 - Quiz

Mijn broer is getrouwd met Sara. Sara is mijn.......
A
schoonzus
B
tante
C
zus
D
nicht

Slide 7 - Quiz

Kun jij de tafel optillen? Ik ben niet zo .........
A
leuk
B
dik
C
sterk
D
zwaar

Slide 8 - Quiz

Ik kan niet naar school, ............. ik ben ziek
A
maar
B
en
C
want
D
of

Slide 9 - Quiz

Dit boek is niet dik, maar ..............

Slide 10 - Question ouverte

De man heeft geen haar. Hij is ..............

Slide 11 - Question ouverte

Meneer Ouassim is de ........................ van juf Natasja

Slide 12 - Question ouverte

De mensen die naast ons wonen zijn onze....................

Slide 13 - Question ouverte

Mijn ouders zijn nu opa en oma. Hun .................... is gisteren geboren.

Slide 14 - Question ouverte

Wil je vlees of vis? Ik wil ................... vis.

Slide 15 - Question ouverte

Wie is deze vrouw? Zij is oud. Haar haar is nu .................

Slide 16 - Question ouverte

Wil je mij naar huis ..................? Mijn fiets is kapot.

Slide 17 - Question ouverte

Ga jij weer terug naar jouw geboorteland? Nee, ik ga nooit meer terug. Ik blijf ...................... in Nederland.

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf een zin met het woord:
cadeau

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf een zin met het woord:
Nicht

Slide 20 - Question ouverte

Vul in: niet - geen
Ik lust .................... kip.

Slide 21 - Question ouverte

Vul in: niet - geen
Mays gaat morgen ..................... niet naar school.

Slide 22 - Question ouverte

Vul in: niet - geen
We gaan ................. naar de winkel.

Slide 23 - Question ouverte

Vul in: niet - geen
Moustafa heeft .......................... auto.

Slide 24 - Question ouverte

Maak een goede zin:
heeft – Haar vader – geen – voor haar – tijd – .

Slide 25 - Question ouverte

Maak een goede zin:
kan – lopen – Mijn nichtje – nog niet – .

Slide 26 - Question ouverte

Vul het goede woord in de zin. Kies uit: haar - ze - hij - ik - me - je

Ik ben verliefd op dat meisje. Ik hou van.........

Slide 27 - Question ouverte

Vul het goede woord in de zin. Kies uit: haar - ze - hij - ik - me - je

Zoek je de pen? Ik kan ................ helpen.

Slide 28 - Question ouverte

Vul het goede woord in de zin. Kies uit: haar - ze - hij - ik - me - je

Waar zijn de boeken? ............... liggen in de kast.

Slide 29 - Question ouverte

Vul het goede woord in de zin. Kies uit: haar - ze - hij - ik - me - je - hem

Ik zie Turki niet, maar ik hoor ............... wel.

Slide 30 - Question ouverte