Les 17 19-01-2024, K4 Tiere Wortschatz 2

Les 17 K4  Tiere
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Les 17 K4  Tiere

Slide 1 - Diapositive


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 2 - Diapositive

Wie wir zusammen arbeiten
Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, tablet, schrift

We praten zoveel mogelijk in het Duits
We luisteren naar elkaar
Bij vragen steken we een arm omhoog

Mobiele telefoon ins Handy Hotel !



Slide 3 - Diapositive

Lessonup
klascode
 jhztg





Slide 4 - Diapositive

Klassetaal
Duits tijdens de les

zin 1: Darf ich zur Toilette gehen, bitte?
zin 2: Wie heißt das?
zin 3: Ich habe mein Buch vergessen.
zin4. Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht.

Slide 5 - Diapositive

Lernziele
Aan het einde van de les:
Ken je de ezelsbrug voor het vervoegen van zwakke werkwoorden.




 

Slide 6 - Diapositive

Was machen wir heute?
Ihr lernt mehr Wörter von Tieren, Tierpark Kleve.
Verben konjugieren (vervoegen)

Slide 7 - Diapositive

Startopdracht
Schrijf op in het Nederlands:
der Affe
die Katze
der Hamster
der Fleck
die Maus
der Fisch
die Kühe
timer
3:00

Slide 8 - Diapositive

Planning Toets
K3 en K4

2 februari
40 minuten
woordjes (idioom) en grammatica
toelichting op Magister.

Slide 9 - Diapositive

Antworten Hausaufgaben
K4, Teil B Wortschatz, Übungen 3, 4 Seite 104
K4, Teil D, Lesen Übung 14, 15 Seiten 110-112

Slide 10 - Diapositive

Tiergarten Kleve
Beantwoord de volgende vragen 
  • Geef met nummers aan langs welke dieren je komt als je naar "die Baustelle" loopt. Welke dieren zijn het?
  • Wanneer weet je of je dieren zelf mag voeren?
  • Schrijf op wat je moet doen als je je lievelingsdier wilt ontmoeten. Welk dier is dat?

Slide 11 - Diapositive

Tiergarten Kleve, Antworten
1. Esel (der) und Otter (der)
2. Roter Panda (der)
3. Ziege (die)
4. Kamel (der)
6. Greifvögel / Adler / Habicht / Falke (der)

Slide 12 - Diapositive

Tiergarten Kleve, Antworten
Frage 2.:
Wo der grüne Daumen auf dem Hinweisschild nach oben zeigt.


Frage 3.
Buchbar per E-Mail unter info@tiergarten-kleve.de
Welches Tier?

Slide 13 - Diapositive

Was ist dein Lieblingstier?
(auf Deutsch)

Slide 14 - Carte mentale

Praktische Opdracht
Je vertelt in het Duits iets over jezelf en je lievelingsdier.
Opnemen als audio-bestand
minimaal 45 seconden, maximaal 1 minuut.
Zie ook opdracht in Magister.

Uiterste aanleverdatum: 
donderdag 25 januari om 18.00 uur.

Slide 15 - Diapositive

Wat is de ezelsbrug voor de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits?

Slide 16 - Question ouverte

das Verb
Het werkwoord in de tegenwoordige tijd (Präsens)

(fe)esttenten

Slide 17 - Diapositive

Werkwoorden
intro

Slide 18 - Diapositive

Elke persoon zijn eigen uitgang!
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
esttenten
uitleg

Slide 19 - Diapositive

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
Hoe werkt het?
wohn
wohn
wohn

wohn
wohn
wohn
regel: stam + uitgang

wohnen
stam: -en eraf
-> wohn


uitleg

Slide 20 - Diapositive

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
Consequent!
komm
sammel
üb

üb
sammel
komm
stam: -en eraf
kommen -> komm
üben -> üb
sammeln -> sammel


uitleg

Slide 21 - Diapositive

Wat is de vervoeging van
ik maak (machen)
A
ich mache
B
ich mach
C
ich machst
D
ich machen

Slide 22 - Quiz

Wat is de vervoeging van
ik woon(wohnen)
A
ich wohnst
B
ich wohne
C
ich wohnen
D
ich wohn

Slide 23 - Quiz

Een paar probleempjes...
  1. de stam eindigt op een -d of -t
  2. de stam eindigt op een sis-klank
uitleg

Slide 24 - Diapositive

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
Stam op -t of -d: het probleem
arbeit
arbeit
arbeit

arbeit
arbeit
arbeit
stam: -en eraf
arbeiten -> arbeit
finden -> find
warten -> wart
reden -> red


uitleg

Slide 25 - Diapositive

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
Stam op -t of -d: de oplossing
arbeit
arbeit
arbeit

arbeit
arbeit
arbeit
stam: -en eraf
arbeiten -> arbeit
finden -> find
warten -> wart
reden -> red



e
e


e

d-tje / t-tje? -> extra e-tje!
uitleg

Slide 26 - Diapositive

Wat is de vervoeging van
jij praat (reden)
A
du reden
B
du redest
C
du redst
D
du redt

Slide 27 - Quiz

ich
du
er, sie, es

du
du
du
e
st
t

st
st
Stam op -ß, -ss, -z, -sch: het probleem

heiß


ss
tanz

stam: -en eraf
heißen -> heiß
küssen -> küss
tanzen -> tanz



uitleg

Slide 28 - Diapositive

du
du
du

t
t
t

Stam op -ß, -s, -ss, -z, -x: de oplossing
heiß
ss
  tanz

stam: -en eraf
heißen -> heiß
küssen -> küss
tanzen-> tanz



gewoon de 's' van 'st' weghalen!
uitleg

Slide 29 - Diapositive

Wat is de vervoeging van
jij zoent
A
du küsst
B
du küssst
C
du küssen
D
du küss

Slide 30 - Quiz

Als je aan de beurt bent, vervoeg het werkwoord.

Slide 31 - Diapositive

Hausaufgaben
machen (digital)
K4, Teil E, Grammatik, Übung 19, 20, 21                                     Seite 115
PO uitwerken tekst en laten controleren voor 26 januari

Lernen:
K3 Lernlisten N-D und D-N                                                            Seiten 96-97
K4 Lernliste N-D, tot de cavia                                                        Seite 132



Slide 32 - Diapositive

Samenvatting

Slide 33 - Diapositive


Auf Wiedersehen 

Slide 34 - Diapositive