Les 15 30-01-2024, K4 Tiere (2) Feesttenten

Les 15 K4  Tiere
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Les 15 K4  Tiere

Slide 1 - Diapositive


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 2 - Diapositive

Wie wir zusammen arbeiten
Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, tablet, schrift

We praten zoveel mogelijk in het Duits
We luisteren naar elkaar
Bij vragen steken we een arm omhoog

Mobiele telefoon ins Handy Hotel !



Slide 3 - Diapositive

Lessonup
klascode
 jhztg





Slide 4 - Diapositive

Klassetaal
Duits tijdens de les

zin 1: Darf ich zur Toilette gehen, bitte?
zin 2: Wie heißt das?
zin 3: Ich habe mein Buch vergessen.
zin4. Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht.

Slide 5 - Diapositive

Lernziele
Du kannst schwache Verben konjungieren.

Slide 6 - Diapositive

Was machen wir heute?
Hausaufgaben besprechen
Grammatik: (Fe)esttenten, schwache Verben konjungieren
Brettspiel Verben

Slide 7 - Diapositive

Planning Toets
K3 en K4

30 januari vervalt, wordt vervangen door een andere datum na de voorjaarsvakantie.
40 minuten
woordjes (idioom) en grammatica
toelichting op Magister.

Slide 8 - Diapositive

Startopdracht
Schrijf op in het Duits:
  • de cavia
  • de tand
  • de wolfen
  • groente en fruit
  • aaien
timer
3:00

Slide 9 - Diapositive

Hausaufgaben besprechen


K4, Teil B Wortschatz, Übungen 3, 4, 5 Seite 104 - 105
K4, Tiere, Teil D, Lesen, Aufgaben 14, 15, 16 Seiten 110-113








Slide 10 - Diapositive

Filme
Maak een keuze uit 1 van de video's en maak aantekeningen tijdens het kijken.

Na afloop maak je een samenvatting van de video van minstens 50 woorden, waarin minstens een beschrijving van het dier / de dieren is opgenomen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Wat is de ezelsbrug voor de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits?

Slide 14 - Question ouverte

das Verb
Het werkwoord in de tegenwoordige tijd (Präsens)

(fe)esttenten

Slide 15 - Diapositive

werkwoorden vervoegen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
e
st
t
en
t
en

Slide 16 - Question de remorquage

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
Hoe werkt het?
wohn
wohn
wohn

wohn
wohn
wohn
regel: stam + uitgang

wohnen
stam: -en eraf
-> wohn


uitleg

Slide 17 - Diapositive

wohnen (ich)
1/9
uitleg/antwoord
wohnen -> 
stam = wohn ->
ich = -e ->
wohne
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen

Slide 18 - Quiz

kommen (er)
4/9
uitleg/antwoord
kommen -> 
stam = komm ->
Omar = er (3e persoon enk.) = -t ->
kommt
A
kommet
B
komt
C
kommst
D
kommt

Slide 19 - Quiz

machen (ihr)
2/9
uitleg/antwoord
machen -> 
stam = mach ->
ihr = -t ->
macht
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 20 - Quiz

Een paar probleempjes...
  1. de stam eindigt op een -d of -t
  2. de stam eindigt op een sis-klank
uitleg

Slide 21 - Diapositive

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
Stam op -t of -d: de oplossing
arbeit
arbeit
arbeit

arbeit
arbeit
arbeit
stam: -en eraf
arbeiten -> arbeit
finden -> find
warten -> wart
reden -> red



e
e


e

d-tje / t-tje? -> extra e-tje!
uitleg

Slide 22 - Diapositive

du
du
du

t
t
t

Stam op -ß, -s, -ss, -z, -x: de oplossing
heiß
ss
  tanz

stam: -en eraf
heißen -> heiß
küssen -> küss
tanzen-> tanz



gewoon de 's' van 'st' weghalen!
uitleg

Slide 23 - Diapositive

das Partizip
Het voltooid deelwoord
  • ge+stam+t
    Bespiel: wohnen                                                                  gewohnt
  • stam + t            bij werkwoorden -ieren
    Beispiel: fotografieren                                                     fotografiert
  • stam + t      bij werken met be- of ver-
    Beispiel: besuchen                                                           besuch
    Bespiel: versorgen                                                            versorgt

Slide 24 - Diapositive

Pionnen (sleepbaar):
1
2
3
4
5
6
Als je deze vorm goed hebt, mag je nog een keer dobbelen.
Fout?
Dan moet je een ronde overslaan.
Als je deze vorm goed hebt, mag je nog een keer dobbelen.
Goed? Dan mag je één pioon twee plaatsen naar achteren zetten.
1. Ein Spieler beginnt und würfelt. Dann bildet er mit der Zahl des Würfels die richtige Verbform

2. Checke die Antwort mit der Eselsbrücke FEESTTENTEN
> Wenn die Verbform falsch ist, darf der Spieler nicht vorrücken. 
> Hat der Spieler richtig konjugiert, darf er so viele Felder vorrücken, wie die Zahl des Würfels vorgibt.
 
3. Wer als Erster das Ziel erreicht, gewinnt.
 



Würfele hier:
Die Spielregeln
Klavertje?
Dan mag je de hulp van iemand aan tafel inroepen.
Klavertje?
Dan mag je de hulp van iemand aan tafel inroepen.
Tekens:
 klavertje hulp inschakelen
 fout geantwoord? 
 Voorsprong inzetten
 Extra worp
Fout?
Dan moet je een ronde overslaan.
Verben im Präsens 
Vervoeg de werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Slide 25 - Diapositive

Ik kan met de ezelsbrug (fe)esttenten de zwakke werkwoorden in het Duits vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Tiergarten Kleve
Beantwoord de volgende vragen met behulp van de plattegrond:
  • Geef met nummers aan langs welke dieren je komt als je naar het restaurant loopt. Welke dieren zijn het?
  • Wanneer weet je of je dieren zelf mag voeren?
  • Schrijf op wat je moet doen als je je lievelingsdier wilt ontmoeten. Welk dier is dat?

Slide 27 - Diapositive

Praktische Opdracht
Je vertelt in het Duits iets over jezelf en je lievelingsdier.
Opnemen als audio-bestand
minimaal 45 seconden, maximaal 1 minuut.
Zie ook opdracht in Magister.

Uiterste aanleverdatum: 
zondag  4 februari om 23.59 uur.

Slide 28 - Diapositive

Hausaufgaben
machen (digital)
K4, Teil E Grammatik, Übung 19, 20, 21,                                Seite 115
K4, Teil E Grammatik, Übung 23, 24                                       Seiten 116-117
Praktijkopdracht afmaken

Lernen:
K3 Lernlisten N-D und D-N                                                            Seiten 96-97
K4 Lernliste N-D                                                                                  Seite 132



Slide 29 - Diapositive

Samenvatting

Slide 30 - Diapositive


Auf Wiedersehen 

Slide 31 - Diapositive