Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten
D
reducenten
Slide 2 - Quiz
Wat mag er niet in een voedselweb?
A
planteneters
B
vleeseters
C
afvaleters
D
nutriënten
Slide 3 - Quiz
Een pijltje in een voedselketen betekent:
A
Wordt gegeten door
B
Eet het volgende organisme
Slide 4 - Quiz
Welke rol heeft de leeuw in dit voedselweb?
A
Producent
B
Reducent
C
Concument 1e orde
D
Consument 2e orde
Slide 5 - Quiz
Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 6 - Quiz
Consument 3
Consument 1
Consument 2
Heterotroof
Autotroof
Producent
Slide 7 - Question de remorquage
Wat staat er altijd onderaan de voedselpiramide? En wat bovenaan?
A
Onder: toppredator
Boven: consument
B
Onder: producent
Boven: toppredator
C
Onder: consument
Boven: producent
D
Onder: toppredator
Boven: producent
Slide 8 - Quiz
De voedselpiramide in de afbeelding is een piramide van biomassa. - de havik weegt 1 kg - de koolmezen wegen bij elkaar 5 kg - de rupsen wegen bij elkaar 10 kg - de eik heeft blaadjes die gezamenlijk 100 kg wegen. Welke bewering is dan juist?
A
Uit 1 kilo biomassa in koolmezen, wordt 1 kilo biomassa in de havik gevormd.
B
Uit 5 kilo biomassa in rupsen wordt 1 kilo biomassa in de havik gevormd.
C
Uit 10 kilo biomassa in rupsen wordt 5 kilo biomassa in koolmezen gevormd.
D
Uit 10 kilo biomassa in de eik wordt 5 kilo biomassa in de rupsen gevormd.