Burgerlijk recht

• recht
• MBO
• Studiejaar 1

Burgerlijk recht

Wat gaan we doen?

• Verdiepen in het burgerlijk recht
• Kennismaken met de verschillende onderdelen van het burgerlijk recht
• Begrippen absoluut en relatief recht toepassen
• Opdrachten maken uit 24Boost=> eventueel mee verder in de volgende les

Burgerlijk recht regelt de relatie tussen:

1. Overheid en burger
2. Burgers onderling en burgers en bedrijven
3. Burger en OM
4. Bedrijven

Onder het burgerlijk recht vallen:

1. Ondernemingsrecht, strafrecht, staatsrecht
2. Ondernemingsrecht, vermogensrecht, strafrecht
3. Ondernemingsrecht, vermogensrecht, personen-en familierecht
4. Ondernemingsrecht, personen-en familierecht, belastingrecht

Isaac doet aangifte van de geboorte van zijn zoon. Hier is sprake van:

1. Ondernemingsrecht
2. Erfrecht
3. Personen- en familierecht
4. Vermogensrecht

Wat regelt het vermogensrecht?

In welk wetboek vind je het ondernemingsrecht voornamelijk?

1. Boek 1, BW
2. Boek 2, BW
3. Boek 3, BW
4. Boek 4, BW

Burgerlijk recht

=> regelt de juridische relatie tussen personen

1) Natuurlijke personen= mensen van vlees en bloed

2) Rechtspersonen= bedrijven die een eigen juridisch leven leiden in het recht (art. 2:3 BW)

Voorbeelden burgelijk recht

• Koop overeenkomsten
• Burenrecht
• Eigendomsverkrijging
• Huurovereenkomst
• Arbeidsovereenkomst
• Onrechtmatige daad
• etc

Onderverdeling burgerlijk recht

1. Personen- en familierecht- Boek 1 BW
2. Ondernemingsrecht- Boek 2 BW
3. Vermogensrecht: a) goederenrecht- Boek 3 en Boek 5 BW

b) verbintenissenrecht- Boek 6 BW

4. Arbeidsrecht- Boek 7 BW, titel 10

5. Burgerlijk procesrecht- Rv

Van welk onderdeel van het burgerlijk recht is op de afbeelding sprake van?

Vermogensrecht

Vermogen= geheel van iemands bezittingen en schulden

Vermogensrecht= rechten waaruit iemand vermogen is opgebouwd.

Jacob heeft drie paar schoenen, een nieuwe fiets, € 1000 op de bank en een schuld van € 2000. Wat is zijn vermogen?

Kenmerken vermogensrecht

• Op geld waardeerbaar- in geld uit te drukken
• Overdraagbaar aan een ander

Wel: eigendomsrecht

Niet: relatie met je familie

Soorten: Absoluut en relatief

Absoluut

Absolute=

beschrijven de zeggenschap die je hebt op een goed (bv: eigendomsrecht, hypotheek etc)

=> GOEDERENRECHT

Relatief

Relatieve=

beschrijven de juridische relatie tussen personen; recht op een prestatie (bv: koopovereenkomst, arbeidsovereenkomst etc)

=> VERBINTENISSENRECHT

Michael huurt de boot van Klaas. Hij betaalt hier € 300 voor. Van welk recht is hier sprake?

1. Een absoluut recht: persoon-goed
2. Een relatief recht: persoon-goed
3. Een absoluut recht: persoon-persoon
4. Een relatief recht: persoon-persoon

Michael koopt de boot van Klaas over voor € 3.000. Op maandag 12 nov krijgt hij de sleutel en is eigenaar geworden van de boot. Van welk recht is hier sprake?

1. Een absoluut recht: persoon-goed
2. Een relatief recht: persoon-goed
3. Een absoluut recht: persoon-persoon
4. Een relatief recht: persoon-persoon

Let's get to work

Maken:

Hoofdstuk 7 24Boost

Vraag 1 en vraag 4 t/m 9