Quiz tekstsoorten - onderwerp - hoofdgedachte

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programma
Herhaling stof van deze week (7 min)
Quiz over tekstdoelen, onderwerp en hoofdgedachte (20 min)
Prijsuitreiking (5 min)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Je kunt uitleggen wat de zes tekstdoelen zijn
Je weet hoe je het onderwerp van een tekst vindt en noteert

Slide 3 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 4 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 5 - Quiz

Tekstdoelen

Een verkiezingstekst heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 6 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Instrueren

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN tekstdoel?
A
amuseren
B
overtuigen
C
instrueren
D
verwijderen

Slide 8 - Quiz

Tekstdoelen

Een politierapport heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 9 - Quiz

Tekstdoelen

Een reclametekst heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 10 - Quiz

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 11 - Quiz

Tekstdoel en tekstsoort?
A
Overtuigen, reclame
B
Informeren, reclame
C
activeren, reclame
D
Instrueren, routeplanner

Slide 12 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 13 - Quiz


Tekstsoort?
A
Amuserende tekst
B
Informerende tekst
C
Activerende tekst

Slide 14 - Quiz


Tekstsoort?
A
Aansporende tekst
B
Amuserende tekst
C
Informerende tekst
D
Uitleggende tekst

Slide 15 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 16 - Quiz

Wat voor tekstsoort is dit?
A
instructietekst
B
betogende tekst
C
informatieve tekst
D
verhalende tekst

Slide 17 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 18 - Quiz

Tekstdoelen

Een menukaart heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 19 - Quiz


Wat is het tekstdoel? Het tekstdoel van een betoog is ...
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 20 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
overhalen
D
amuseren

Slide 21 - Quiz


Tekstsoort?
A
Amuserende tekst
B
Informerende tekst
C
Aansporende tekst

Slide 22 - Quiz

Wat is de tekstsoort
van deze tekst?

A
informatieve tekst
B
tekst met een mening (betoog)
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 23 - Quiz

Wat is het onderwerp
van de tekst?
A
scholen het hele jaar open
B
zomerscholen

Slide 24 - Quiz

Niet waar
Waar
De hoofdgedachte vertelt in één zin waar de tekst over gaat.
Hoofdgedachte en onderwerp hebben altijd met elkaar te maken.
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
In een hoofdgedachte staan soms voorbeelden.

Slide 25 - Question de remorquage

Wat kan een hoofdgedachte van een tekst zijn.
A
Illegale feestjes
B
Het aantal illegale feestjes neemt toe.

Slide 26 - Quiz


De hoofdgedachte is ...
A
de belangrijkste zin van een alinea. de belangrijkste zin van een alinea.
B
waar de tekst over gaat.
C
het doel van de tekst.
D
het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp van een tekst zegt.

Slide 27 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Wat is een hoofdgedachte?
A
gedachte uit je hoofd
B
samenvatting van een tekst in één zin
C
samenvatting van een tekst
D
één zin in de tekst

Slide 28 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Samenwerking Top Notch en R.Flex stopt
B
Ronnie Flex is gekwetst
C
Opnames Lil Kleine en Ronnie Flex

Slide 29 - Quiz

Wat is het onderwerp van een tekst?

Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 30 - Quiz

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Kangoeroe huppelt door weiland op Texel
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS
C
Doden door stortbuien in China
D
Huisdieren

Slide 31 - Quiz

De hoofdgedachte is...
A
de kernzin
B
de hoofdzaken
C
het belangrijkste van een tekst in één zin.
D
de samenvatting

Slide 32 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Tips voor een spreekbeurt
B
Voorbereiden voor een spreekbeurt
C
Zenuwachtig voor een spreekbeurt

Slide 33 - Quiz

De hoofdgedachte...
A
kan een vraag zijn
B
is altijd een vraag
C
is nooit een vraag

Slide 34 - Quiz

Een hoofdgedachte is
A
het onderwerp
B
de titel
C
het belangrijkste in 1 zin

Slide 35 - Quiz

De hoofdgedachte...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.

Slide 36 - Quiz

Hoofdzaken
Bijzaken
Conclusie
Hoofdgedachte
Onderwerp
Extra uitleg
Voorbeelden
herhaling

Slide 37 - Question de remorquage

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Dodenherdenking gaat dit jaar niet door
B
Bevrijdingsdag gaat dit jaar niet door
C
Dodenherdenking en Bevrijdingsdag zijn dit jaar anders dan gewoon
D
Op 4 en 5 mei moet de vlag uitgehangen worden

Slide 38 - Quiz

Welke zes tekstdoelen kun je noteren?

Slide 39 - Question ouverte

Hoe noteer je het onderwerp van een tekst?

Slide 40 - Question ouverte

Leg uit wat de hoofdgedachte van een tekst is

Slide 41 - Question ouverte