NASK Hfdst 2 Par X Lesjaar 1 KGT les 16 Lesson-up

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1,2

Waar staan 4 stofeigenschappen?

1. Ontvlambaarheid, kleur, dichtheid en smaak
2. Volume, geur, prijs en giftigheid
3. Massa, schadelijkheid, smaak en hoeveelheid
4. Temperatuur, gewicht, brandbaarheid en geur

In deze buizen zit in 1 buis alcohol, de ander water en de derde wasbenzine. In welke buis zit het water?

1. De linker
2. De rechter
3. De middelste
4. Dat kan je niet weten door alleen het plaatje te bekijken

Zijn de volgende stellingen waar of onwaar?
1) Koper is een zuivere stof.
2) Een suspensie blijft altijd goed gemengd.
3) Een klein beetje suiker in water heet een oplossing.
4) Sinaasappelsap is een oplossing.
5) De meeste stoffen die je dagelijks leven tegenkomt zijn zuivere stoffen.

Noem zo veel mogelijk manieren die we hebben geleerd waarop een stof gevaarlijk kan zijn.

Wat doe je bij extraheren?

1. oplosbare stoffen uit niet oplosbare stoffen via een filter afscheiden
2. stoffen oplossen in oplosmiddel
3. onoplosbare stoffen in een filter doen
4. Spelers verzamelen om te kunnen klaverjassen

Welke dranken maak je door te extraheren?

1. Chocolademelk
2. Thee of koffie
3. Cola, sinas en sprite
4. Ranja

Giet een suspensie in een filter

1. oplosmiddel gaat door filter
2. vaste stoffen blijven als residu in filter achter
3. je krijgt een helder oplosmiddel
4. Zowel A, B als C

Welke delen van koffie gaan door het filter?

1. Smaakstoffen
2. Geurstoffen
3. Kleur
4. Zowel A, B als C

Leg uit waarom je de stoffen in een oplossing niet, en de stoffen van een suspensie wel kan scheiden door deze vloeistoffen te filteren.

We gebruiken het woord 'massa' in plaats van ....

1. hoeveelheid
2. volume
3. gewicht
4. Zowel A, B als C

Waarvoor gebruik je de weegschaal?
En de maatcilinder?

1. weegschaal: volume maatcilinder: massa
2. weegschaal: massa maatcilinder: volume
3. weegschaal: massa maatcilinder: gewicht
4. weegschaal: gewicht maatcilinder: massa

De ruimte die een hoeveelheid vloeistof inneemt, noem je:

1. Volume
2. Gewicht
3. Massa
4. Zowel A, B als C

1 Liter = 1 dm³
1 mL = 1 cm³

1. Alleen de bovenste is juist
2. Klopt !! Er passen 10 x 1 cm³ in de hoogte en ook in breedte en in lengte
3. Alleen de onderste is juist
4. Klopt niet: allebei niet

Een voorwerp is 10 cm lang, 4 cm breed en 1 cm hoog.
Hoe groot is het volume van dit voorwerp?

1. 0,4 cm³
2. 4 cm³
3. 40 cm³
4. 400 cm³

Hoeveel vloeistof zit er in de maatcilinders?

1. 45 mL, 74 mL en 18 mL
2. 45 mL, 76 mL en 21 mL
3. 45 mL, 76 mL en 22 mL
4. 45 mL, 74 mL en 22 mL

Wat is het volume van de steen?

1. 48 mL
2. 27 mL
3. 17 mL
4. 21 mL

Dichtheid is een stofeigenschap ...

1. van alle stoffen die bestaan
2. die je kunt berekenen als je massa en volume weet
3. weergegeven in de massa van 1cm³ van een stof
4. Zowel A, B als C

Welke eenheden horen bij Volume, Massa en Dichtheid?

1. cm³ of mL , gram of kg en gram/cm³
2. cm³ of mL , gram of kg en cm³/gram
3. dB, kg en gram/cm³
4. cm³ of mL, ton en ton/kg

Waar staat een juiste formule van dichtheid?

1. massa / dichtheid = volume
2. massa x dichtheid = volume
3. volume/ massa = dichtheid
4. massa x volume = dichtheid

Een oplossing kun je herkennen aan:

1. De stof die je oplost lost gedeeltelijk op
2. De stof die je oplost zweeft in oplosmiddel
3. De stof die je oplost wordt onzichtbaar
4. Zowel A, B als C

Een suspensie herken je aan:

1. Een stof fijn verdeelt in een vloeistof
2. Een suspensie is helder doorzichtig
3. Een suspensie gaat door een filter
4. Alle antwoorden zijn fout

Reken om

Bereken de dichtheid van het blokje, gebruik de oplosmethode.

    dichtheid = 

 massa : volume