Schrijven H1 t/m H5

Overtuigende tekst
Geef je overtuigende tekst aan een ander

Opdracht:
- Markeer/onderstreep de stelling
- Markeer/onderstreep de argumenten
- Zet bij elk argument een + (sterk argument) of een - (zwak argument)
- Check op spelfouten

Heb je het niet? Schrijf nu de tekst
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Overtuigende tekst
Geef je overtuigende tekst aan een ander

Opdracht:
- Markeer/onderstreep de stelling
- Markeer/onderstreep de argumenten
- Zet bij elk argument een + (sterk argument) of een - (zwak argument)
- Check op spelfouten

Heb je het niet? Schrijf nu de tekst

Slide 1 - Diapositive

Proefwerk schrijven

Slide 2 - Diapositive

Leerstof
  • Hoofdstuk 1: enquête
  • Hoofdstuk 2: publiekgericht schrijven
  • Hoofdstuk 3: zakelijke brief
  • Hoofdstuk 4: verslag (persoonlijk en zakelijk)
  • Hoofdstuk 5: overtuigende tekst 

Slide 3 - Diapositive

Schrijftoets
Theorievragen
1 tekst schrijven (overtuigende tekst of zakelijke brief)
1 opdracht schrijven (enquête of verslag)

90 minuten

Slide 4 - Diapositive

Enquête

Slide 5 - Diapositive

Wat schrijf je niet in de inleiding van een enquête?
A
Wie je bent
B
Waarom je onderzoekt
C
Wat je onderzoekt
D
Het bedanken van de mensen die meedoen

Slide 6 - Quiz

Waarom is dit geen goede vraag: 'Hebt u wel eens een ernstig vergrijp gepleegd?'?

Slide 7 - Question ouverte

Een enquête maken
Een lijst met vragen die door mensen wordt ingevuld.

Inleiding:
  • Wie je bent
  • Wat je onderzoekt
  • Waarom je onderzoekt

Slide 8 - Diapositive

Een enquête maken
Na de vragen bedankt je de deelnemer

Je enquête wordt betrouwbaar door:
  • goede enquêtevragen (meerkeuze of ja/nee-vragen)
  • vragen die duidelijk en precies geformuleerd zijn

Slide 9 - Diapositive

Publiekgerichte tekst schrijven

Slide 10 - Diapositive

Wat is het publiek van deze tekst?

Slide 11 - Question ouverte

Wat zou je aanpassen als deze tekst gericht is naar jongeren?

Slide 12 - Question ouverte

Zakelijke brief

Slide 13 - Diapositive

Welke vorm van een zakelijke tekst is formeler?
A
Zakelijke brief
B
Zakelijke e-mail

Slide 14 - Quiz

Wat zet je in de inleiding van een zakelijke brief?

Slide 15 - Question ouverte

Wat zet je in het middenstuk van een zakelijke brief?

Slide 16 - Question ouverte

Wat zet je in het slot van een zakelijke brief?

Slide 17 - Question ouverte

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Je eigen naam en adres
Plaats, datum
Naam en adres ontvanger
Aanhef
Inleiding
Middenstuk
Slot
Groet
Handtekening en naam
Bijlage(n)

Slide 18 - Question de remorquage

Briefconventies
Jouw eigen naam en adres

Plaats, datum

Naam en adres ontvanger

Aanhef

Inleiding, middenstuk, slot

Groet

Handtekening en naam

Bijlage(n)

Slide 19 - Diapositive

Verslag schrijven

Slide 20 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een persoonlijk en een zakelijk verslag?

Slide 21 - Question ouverte

Wat zet je in de inleiding van een persoonlijk verslag?

Slide 22 - Question ouverte

Wat zijn de 5 w+h-vragen?

Slide 23 - Question ouverte

In welke volgorde beschrijf je de gebeurtenissen in je verslag?

Slide 24 - Question ouverte

Noem 2 voorbeelden van signaalwoorden van tijd.

Slide 25 - Question ouverte

Wat zet je in het slot van een persoonlijk verslag?

Slide 26 - Question ouverte

Overtuigende tekst

Slide 27 - Diapositive

Wat schrijf je in de inleiding van je overtuigende tekst?

Slide 28 - Question ouverte

Wat schrijf je in het middenstuk van je overtuigende tekst?

Slide 29 - Question ouverte

Wat schrijf je in het slot van je overtuigende tekst?

Slide 30 - Question ouverte

Waar wil je nog mee oefenen qua schrijven? (bijv. spelling, werkwoorden, hoofdletters, zinsbouw, enzovoorts)

Slide 31 - Question ouverte