Schrijven 2F niv 3

Schrijven (2F)
Korte en langere teksten schrijven
Examen 
locatie: Hotelschool
 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Schrijven (2F)
Korte en langere teksten schrijven
Examen 
locatie: Hotelschool
 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Typ voorbeelden in van korte teksten.

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Korte teksten uit Nu Nederlands
  • memo;
  • advertentie;
  • instructie;
  • formulier;
  • affiche;
  • flyer;
  • enquête

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lange teksten uit Nu Nederlands
  • e-mail;
  • brief;
  • artikel;
  • betoog;
  • verslag;
  • notulen;
  • werkstuk;
  • brochure;
  • offerte

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Controleer je tekst aan de hand van deze vragen!

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de 5W+H-vragen?
A
wanneer, waarheen, waartoe, welke, waarom en hoezo
B
wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe
C
want, wat, wie, waarom, welke en hoe laat
D
voor wie, met wie, wanneer, waar naartoe, met wat, hoe

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

En verder.....
  • Voer de opdrachten exact uit.
  • Iedere zin heeft een hoofdletter en een punt.
  • Schrijf korte zinnen.
  • gebruik signaalwoorden
  • gebruik de ' u-vorm'  bij zakelijke teksten

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een memo?
A
een citaat
B
een instructie met afbeeldingen
C
een herinneringsbriefje
D
een instructie zonder plaatjes

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let je op bij het schrijven van een memo?
A
Je schrijft hele zinnen en noteert alleen hoofdzaken.
B
Je schrijft zo kort mogelijk, maar houdt de tekst wel duidelijk.
C
Dat de ander de belangrijkste gegevens ook noteert.
D
Je schrijft goede zinnen en let op hoofd- en bijzaken.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een advertentie heeft als doel verkopen, dus....
A
wees eerlijk, want eerlijk duurt het langst.
B
lieg, overdrijf, maar houd je aan de opdracht.
C
voeg je een tekening of afbeelding toe.
D
gebruik eventueel afkortingen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een instructie...
A
begint vaak met een nummering en werkwoorden.
B
moet je meerdere keren uitproberen.
C
is een informatieve tekst met betogende elementen.
D
is altijd noodzakelijk.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een formulier op je examen...
A
komt niet voor.
B
is lekker makkelijk.
C
vul je in voor zover dat mogelijk is.
D
vul je volledig in, al moet je de hele boel bij elkaar fantaseren.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet je aan denken bij het schrijven van een e-mail?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaats en datum staan meestal tussen de adressen van schrijver en geadresseerde

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

inleiding
slotzin
middenstuk
adres geadresseerde
slotgroet
adres schrijver
plaatsnaam en datum
aanhef

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is bij een zakelijke brief het belangrijkst?
A
de lay-out
B
de inhoud
C
de aanhef
D
de stijl

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de belangrijkste punten bij een artikel?
A
een titel en dat je alles uit de opdracht beschrijft
B
dat je geen fouten maakt
C
een titel en het slot
D
een titel en witregels

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Belgisch staalbedrijf betaalt werknemers 30.000 euro te veel
Een Belgisch staalbedrijf heeft door een boekhoudkundige fout bijna 30.000 extra overgemaakt naar 230 medewerkers die gemiddeld 1.600 euro netto verdienen.
Toen de blunder was opgemerkt, kregen de werknemers meteen een e-mail of ze het geld zo snel mogelijk terug wilden storten. In sommige gevallen zal terugbetalen echter moeilijk zijn, omdat de werknemers het geld al hebben uitgegeven. Ook zijn er werknemers met schulden bij wie automatisch loonbeslag wordt gelegd.
titel
kern
inleiding
afbeelding

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe schrijf je een alinea?

1. Schrijf de kernzin op.

2. Geef meer informatie over de kernzin.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe "versier" je een kernzin?
  • met een of meer voorbeelden;
  • met een persoonlijk verhaal;
  • met uitleg;
  • met meer informatie;
  • met een gevolg;
  • met een tegenstelling;
  • enzovoorts

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kernzin: De tuin is mooi geworden.
De bloemen staan in bloei, de tegels liggen netjes recht. Ook de barbecue staat op zijn plek.

Mijn man en zoon hebben hard gewerkt, maar moet je het resultaat zien. Ik ben zo trots op ze.

Vorig jaar was het nog een rommeltje. We waren hier net komen wonen en het geld was op. Hovenier De Vries heeft de boel gelukkig gered.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je je voorbereiden op je schrijfexamen?
Door te kijken naar
A
Hoofdstuk Schrijven in Nu Nederlands
B
de Reader Schrijven in Teams
C
https://jufnederlands.nl/examen-schrijven-mbo-een-mail-schrijven/
D
Youtube uitleg

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord geeft de juiste volgorde van een zakelijke brief aan:
1. plaats, datum
2. jouw adres
3. adres bedrijf
4. betreft
5. aanhef
A
23145
B
21345
C
31245
D
31254

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief.
A
10 januari 2025, Amsterdam
B
Amsterdam, 10 Januari 2025
C
Amsterdam, 10 januari 2025
D
Amsterdam, 10-01-2025

Slide 25 - Quiz

    Eigen naam en adres (telefoonnummer, e-mail)
    Naam en adres geadresseerde.
    Plaats (komma) datum (maand in letters) met jaartal (volledig in cijfers)
    Het onderwerp van je brief (Betreft: …)
    Aanhef: Geachte … ,
    Brieftekst.
    Groet: Hoogachtend, of Met vriendelijke groet,
Wat betekent 't.a.v.' in een adressering?
A
ten aanzien van
B
ter attentie van
C
ten attentie van

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juiste adressering?
A
Veronica Peters Goudstraat 18 3512 PM Utrecht
B
Veronica Peters Goudstraat 3512PM Utrecht
C
Veronica Peters Goudstraat 18, 3512 PM Utrecht
D
Veronica Peters Goudstraat 18 3512 PM Utrecht

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke adressering is correct?
A
T.a.v. mevrouw W. van de Bosch
B
t.a.v. mevrouw W. Van De Bosch
C
T.a.v. Mevrouw W. van de Bosch
D
t.a.v. Mevrouw W. van de Bosch

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste adressering?
A
Annika Kamberg Boerhaavelaan 19 6961 AB Eerbeek
B
Annika Kamberg 19 Boerhaavelaan 6961AB Eerbeek
C
Boerhaavelaan 19 Annika Kamberg 6961 AB Eerbeek
D
Annika Kamberg Boerhaavelaan 19 Eerbeek, 6961AB

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kreeg de brief terug, omdat deze verkeerd ... (adresseren) was.
A
geadresseert
B
geadresseerd
C
geadresseerdt

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 2 ging over het schrijven van een verslag.

Welke indeling gebruik je voor het schrijven van een verslag?
A
Aanhef, inleiding, kern, slot en slotgroet
B
Titel, inleiding, kern en slot
C
Adresseringen, plaats en datum, onderwerp, aanhef, inleiding, kern, slot en slotgroet

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
(vapen) Wie .......er nog tegenwoordig?
A
vapt
B
vapet
C
vaapt
D
vapete

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions