Hoofdstuk 3 les 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Wiskunde!

Wiskunde

Wat gaan wij vandaag doen

1. Uitleg hoofdstuk 3.1

2. aan de slag met hoofdstuk 3.1

Doel van de les

• Je leert wat de begrippen som, verschil, product en quotiënt 

       betekenen.

• Je leert hoe je berekeningen in de juiste volgorde uitvoert.

Begrippen

som ( optellen + )

verschil ( aftrekken - )

product ( vermenigvuldigen x )

quotiënt ( delen : )

Som

Wanneer je getallen bij elkaar optelt  spreek je van een som.

Som is het resultaat van optellen.

Verschil

Wanneer je getallen van elkaar aftrekt spreek je van een verschil.

Verschil is het resultaat van aftrekken.

Product

Wanneer je getallen met elkaar vermenigvuldigd spreek je van een product.

Product is het resultaat van vermenigvuldigen

Voorbeeld

Het product van 2 en 3 is 6

2x3=6

Quotiënt

Wanneer je getallen door elkaar deelt spreek je van een quotiënt.

Quotiënt is het resultaat van delen

Voorbeeld

Het quotiënt van 15 en 3 is 5

15:3=5

Volgorde van berekenen

Aanpak

Hoe is de volgorde waarin je berekeningen moet uitvoeren?

Reken uit wat tussen haakjes staat.

Ga vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.

Ga optellen en aftrekken van links naar rechts.

apps.noordhoff.nl

Even oefenen

Wat is "som"?

1. +
2. -
3. :
4. x

Wat is "product"?

1. +
2. -
3. :
4. x

Wat de het verschil tussen deze getallen: 16 en 9

1. 25
2. 144
3. 7
4. 6

Wat is de quotiënt van deze getallen?
12 en 6

1. 8
2. 15
3. 2
4. 134

Bereken
6×5−12 : 2=

Bereken:

het verschil tussen van 18 en 6

1. 18 + 6 = 24
2. 18 - 6 = 12
3. 18 x 6 = 108
4. 18 : 6 = 3

Bereken:

het quotiënt van 36 en 6

1. 36 + 6 = 42
2. 36 - 6 = 30
3. 36 x 6 = 216
4. 36 : 6 = 6

Bereken:

14 - (6 - 3) x 4 =

1. 2
2. 20
3. 43
4. 8

Wat is de juiste rekenvolgorde?

1. Haakjes, plus en min, keer en delen
2. Haakjes, keer en delen, plus en min
3. Keer en delen, haakjes, plus en min
4. Keer en delen, haakjes, plus en min

Maak de volgende opdrachten

Hoofdstuk 3.1 opdracht 2 t/m 8 en het gele blok op bladzijde 92 t/m 94.

Klaar? Kijk je werk na

-> maak de voorkennis van hoofdstuk 3 op bladzijde 90 en 91.

Bereken:

3  x  ( 9  -  6 )  +  5   =

Bereken:

25  -  16  :  4  +  3  x  2   =