herhaling Politiek

De Tweede Kamer kan…
A
…alleen wetten veranderen.
B
…alleen wetten goedkeuren of afkeuren.
C
…wetten maken en veranderen.
1 / 24
suivant
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

De Tweede Kamer kan…
A
…alleen wetten veranderen.
B
…alleen wetten goedkeuren of afkeuren.
C
…wetten maken en veranderen.

Slide 1 - Quiz

De Tweede kamer?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden

Slide 2 - Quiz


Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen

Slide 3 - Quiz

Trias Politica betekent ...
(wat is een ander woord voor Trias Politica?)
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 4 - Quiz

Het parlement heeft
A
Alleen uitvoerende macht
B
Alleen rechterlijke macht
C
Alleen wetgevende macht
D
Wetgevende en Uitvoerende macht

Slide 5 - Quiz

Wat is het parlement?
A
Koning + ministers
B
De koning + de Tweede Kamer
C
De Eerste en de Tweede Kamer
D
Volksvertegenwoordigers van Nederland

Slide 6 - Quiz




Wat is geen macht die hoort bij de Trias Politica?
Wat is geen macht die hoort bij de Trias Politica?
A
Uitvoerende macht
B
Rechterlijke macht
C
Controlerende macht
D
Wetgevende macht

Slide 7 - Quiz

Wat zijn linkse en rechtse partijen?
A
Links: overheid zorgt voor zwakkeren
B
Rechts: Mensen hebben eigen verantwoordelijkheid
C
Beide antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quiz

Wat is de regering?
A
Koning en ministers
B
Tweede Kamer
C
Ministers en staatssecretarissen
D
Eerste en Tweede Kamer

Slide 9 - Quiz

Wat is een regeerakkoord?
A
Wat de standpunten van een politieke partij zijn
B
Wat de minister wilt dat er gaat gebeuren
C
De plannen van de regering voor de komende jaren
D
Plannen van de koning

Slide 10 - Quiz

Wat is prinsjesdag?
A
De koning leest de plannen van de regering voor
B
Dan ondertekent de koning nieuwe wetten van de regering
C
De viert de koning zijn verjaardag

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN taak van de koning?
A
Handtekening zetten onder wetten
B
De troonrede voorlezen
C
Beslissen welke wetten doorgaan
D
ministers benoemen

Slide 12 - Quiz

Wat is een belangrijke taak van de koning?
A
Het controleren van de Tweede Kamer.
B
Het voorlezen van de troonrede.
C
Het kiezen van de politici.
D
Het opstellen van de miljoenennota.

Slide 13 - Quiz

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 14 - Quiz

De overheid is...
A
de maatschappij
B
de politici en de ambtenaren
C
de politiek
D
de staat

Slide 15 - Quiz

De Gemeenteraad
A
Vragen om raad aan B&W (Burgemeester en Wethouders)
B
Controleren B&W (Burgemeester en Wethouders)
C
Zijn normale mensen die dit werk ernaast doen
D
Geen mening

Slide 16 - Quiz

Zet de taken van de Eerste Kamer voor een wetvoorstel in de goede volgorde van links (als eerst) naar rechts (als laatst)
wetvoorstellen die zijn goedgekeurd door de Tweede kamer doorgestuurd krijgen
goed keuren of afwijzen
kijken of er geen fouten ontstaan
het wetvoorstel toetsen

Slide 17 - Question de remorquage

Parlement (Eerste macht)
Kabinet (Tweede macht)
Rechters (Derde macht)
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht

Slide 18 - Question de remorquage

Linkse, rechtse of midden partij:
"als je, je huur niet kan betalen krijg je hulp van de overheid"
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 19 - Quiz

Linkse, rechtse of midden partij:
"Wanneer je de wet overtreed moet dit strenger gestraft worden"
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 20 - Quiz

PROGRESSIEF
CONSERVATIEF
Behoudend
Gericht op verandering
"De abortuswet moet worden uitgebreid"
"Het homohuwelijk moet worden afgeschaft"
Vooruitstrevend
Traditionele normen en waarden

Slide 21 - Question de remorquage

Wat betekent 'progressief'?
A
Je wilt dingen hetzelfde houden.
B
Je wilt dingen veranderen.

Slide 22 - Quiz

Wat zijn grondrechten?
A
Grondrechten zijn wetten voor iedereen.
B
Grondrechten zijn de rechten van burgers die staan vastgelegd in de grondwet.
C
Plichten voor alle Nederlanders.
D
Grondrechten zijn regels voor alle Nederlanders.

Slide 23 - Quiz

Welke volksvertegenwoordiging hoort bij welke bestuurslaag?
Het land
De provincie
De gemeente
De gemeenteraad
De provinciale staten
De Tweede Kamer

Slide 24 - Question de remorquage