Herhaling 3.4 klimaat NL en start 3.5 weer in NL

Het sneeuwt. Welk seizoen is het dan?
A
Herfst
B
Zomer
C
Winter
D
Lente
1 / 35
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het sneeuwt. Welk seizoen is het dan?
A
Herfst
B
Zomer
C
Winter
D
Lente

Slide 1 - Quiz

Het sneeuwt. Waar komt de wind vandaan?
A
Westen
B
Noorden
C
Oosten
D
Zuiden

Slide 2 - Quiz

Waarom kan je in de herfstvakantie nog best lekker zwemmen in de zee? Leg je antwoord goed uit!

Slide 3 - Question ouverte

Vaak als het regent in Nederland hebben we te maken met een westenwind.
A
Dit is een aflandige wind
B
Dit is een landwind
C
Dit is een zeewind
D
Dit is een aanlandige wind

Slide 4 - Quiz

Door welke (3) onderdelen
heeft Nederland een
gematigd zeeklimaat?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Wat is klimaatverandering?

Slide 7 - Question ouverte

Het regende zondag. Is dat weer of klimaat?
A
Weer
B
Klimaat

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

De droogte weer of klimaat?
A
Weer
B
Klimaat

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Als het ieder jaar droger wordt, is dat dan weer of klimaat? Leg je keuze uit.

Slide 12 - Question ouverte

Het weer bestaat uit weerselementen: 

Slide 13 - Diapositive

Welk weerselement mist er?
A
Temperatuur
B
Neerslag
C
Wind
D
Geen

Slide 14 - Quiz

Welke verandering geeft deze bron weer?

Slide 15 - Diapositive

Geef aan welke verandering de vorige pagina weergaf.

Slide 16 - Question ouverte

Welke situatie heeft de minste kans om nog plaats te vinden in de toekomst?
A
Zeespiegelstijging
B
Hitterecord
C
Elfstedentocht
D
Sneeuwpop maken

Slide 17 - Quiz

Nu maken online:
MH: 1, 2, 4 en 5 paragraaf 3.5 + dia vijf in classroom; klimaat van Nederland

Slide 18 - Diapositive

Weer

Slide 19 - Carte mentale


A

Slide 20 - Quiz

wat houdt klimaatverandering in?
A
dat het steeds warmer wordt
B
dat het kouder wordt
C
Antwoorden A &B
D
dat het weer veranderd

Slide 21 - Quiz

Schrijf  minstens 4 weerelementen op
Temperatuur
Neerslag
Windrichting en windkracht
Luchtdruk
Bevolking/zonneschijn

Slide 22 - Diapositive


Slide 23 - Question ouverte


A
Op de linker foto komt de wind uit het Noorden
B
Op de linker foto komt de wind uit het Oosten
C
Op de linker foto komt de wind uit het Westen
D
Op de linker foto komt de wind uit het Zuiden.

Slide 24 - Quiz


A
Op de linker foto komt de wind uit het Noorden
B
Op de linker foto komt de wind uit het Oosten
C
Op de linker foto komt de wind uit het Westen
D
Op de linker foto komt de wind uit het Zuiden.

Slide 25 - Quiz

Welk seizoen is het op de linker weerkaart?

Slide 26 - Question ouverte

Klimaatverschillen in Nederland:


- Gebruik de breedteligging.
- Ligging aan zee.
- Windrichting
- Eventueel hoogteligging


Slide 27 - Diapositive

Mooi weer is fijn!
Maar...

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Uit welke bestandsdelen bestaat smog vooral?
A
Zuurstof, fijnstof
B
Ozon en fijnstof
C
uit sterrenstof en Co2
D
zuurstof en zwaveldioxide.

Slide 30 - Quiz

Welke onderdelen zorgen ervoor dat de SMOG "verdwijnt"
A
Bij veel wind, smerige lucht en zonnig weer.
B
Bij weinig wind, smerige lucht en regenachtig weer.
C
Bij veel wind, schone lucht en regenachtig weer.
D
Bij weinig wind, smerige lucht en zonnig weer.

Slide 31 - Quiz

In welke stad zou de kans op SMOG het grootste kunnen zijn?
A
Utrecht
B
Weesp
C
Haarlem
D
Rotterdam

Slide 32 - Quiz

Welke onderdelen zorgen ervoor dat de SMOG "verdwijnt"
A
Wind
B
Zon
C
Neerslag
D
Temperatuur

Slide 33 - Quiz

Zoek een foto van SMOG op!

Slide 34 - Question ouverte


TeksHeb je nog vragen over de stof? Of hulp nodig bij een opdracht?
 nu maken: paragraaf 3.5 af + presentatie klimaat in classroom

Slide 35 - Question ouverte