1.2 Bouw van een organisme (afronding) + 1.3 Cellen van dieren en planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

1.2 Bouw van een organisme (afronding) + 1.3 Cellen van dieren en planten

Bij welke organismen komt het levenskenmerk uitscheiden voor?

1. Alleen bij dieren
2. Alleen bij planten
3. Bij alle organismen

Fer is zijn drinkbeker aan het vullen. Sinds een paar weken kan Fer dit zelf. De boterhammen zitten al in zijn tas.
In welke levensfase zit Fer?

1. Baby
2. Peuter
3. Schoolkind
4. Puber

Fati gaat studeren in Amsterdam. Dat is ver van huis, dus ze gaat op kamers wonen. In welke levensfase zit Fati?

Weefsel

Groep cellen met dezelfde vorm en functie.

Bijvoorbeeld: spierweefsel, zenuwweefsel

Tussencelstof ; verschillende functies

Hoe heet nummer 9?

Hoe heet nummer 10?

Zet van klein naar groot

Cel

Weefsel

Orgaan

Orgaanstelsel

Organisme

Cel

Weefsel

Orgaan

Orgaanstelsel

Organisme

Hoe heet 7?

Lees paragraaf 3 door.

Blz 21 t/m 23.

Noem 3 verschillen tussen dierlijke en plantaardige cellen.

Dierlijke cel

Celmembraan: buitenste vlies ; functie?

Wat weet je nog over de celkern?

Plantaardige cel

Zelfde celonderdelen als dierlijke cellen +

-Vacuole

-Celwand

-Korrels

Korrels

Bladgroenkorrels

Kleurstofkorrels

Zetmeelkorrels

Functie?

Aan de slag

Maken en nakijken minimaal:

-Test jezelf 1.1 (online)

-1.2: 1, 4, 6, 7

-1.3: 1 t/m 7, behalve 2+3

Leren: 

-basis 1 t/m 3 blz 64 t/m 66

Einde les korte herhaling microscoop?