BK2 Present Simple

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

The Present Simple

Present Simple

Wat heb je onthouden van de Present Continuous?

Present Continuous

• Nu aan de gang (continu)
• Persoon + am/are/is + werkwoord +ing
• I am teaching
• You are listening
• Signaalwoorden: right now, at the moment 

Present Simple

• Wat weten we nog?
• Wat is de present simple (wat, waar, wanneer en hoe)
• bevestigend en ontkennend 

Present Simple

The Present Simple

What is the present simple?

                   We eat french fries every Sunday.

Hoeveel werkwoorden zitten er in deze zin?

1. I like scary movies.

2. He is walking the dog.

3. We danced all night long.

4. She plays the piano.

5. They are my parents.

Present Simple

Not Present Simple

1

2

3

4

5

The Present Simple

What is the present simple?

We gebruiken de present simple bij:

- Facts (feiten)

The leopard runs very fast.

- Routines (gewoontes)

Harry plays football every Wednesday. 

The Present Simple

What is the present simple?

Signaalwoorden

everyday, always, every Wednesday = Routine (gewoonte)

no signal words = Facts (feiten)

The Present Simple

The SHIT Rule

She - He - It

De regel

Is de persoon in de zin een HE/SHE/IT? Dan krijgt het werkwoord een +s

So I dance becomes She dances.

Wel of geen SHIT:
He likes cookies

1. wel
2. geen

Wel of geen SHIT
They love cooking

1. wel
2. geen

Welke is juist?

1. Jamie plays volleybal
2. Jamie play volleybal

Welke is juist?

1. We walks to school everyday
2. We walk to school everyday

The Present Simple

Vragend maken

Om een present simple vragend te maken heb je het werkwoord "do" nodig. Deze komt vooraan de zin

 I like ice cream.   -->      Do I like ice cream?

SHIT-regel. Ook hier geldt de regel. Alleen gaat de +s niet acthet het werkwoord maar achter DO - DOES

Bob plays football.   -->  Does Bob play football?

The Present Simple

Vragend maken

Het werkwoord "DO" moet toegevoegd worden om een vraag te maken.

Bij I, you, we, they: DO

 I like ice cream.   -->      Do I like ice cream?

Bij She, he, it (SHIT) : DOES

He plays football.   -->  Does he play football?

Maak vragend:
That tree looks 100 years old.

The Present Simple

Ontkennend maken

Dit betekend dat iets niet zo is. Je ziet het aan het woordjes not, of don't

Example

                             I don't see very well. 

The Present Simple

Ontkennend maken

De SHIT regel geldt ook hier.

                                        She do  not likes cookies. 

                                      She doesn't like  cookies 

The Present Simple

Ontkennend maken

Het werkwoord 'DO ' moet weer worden toegevoegd.

Bij I, you, we, they: DON'T

 I like ice cream. --> I don't like ice cream

Bij She, he, it (SHIT) : DOESN'T

He plays football. --> He doesn't play football

                          

                        He doesn't play video games every day.

Maak ontkennend:
They give out flyers every morning.

Wat heb je geleerd tijdens deze les?

Gebruik je in de tegenwoordige tijd voor feiten en gewoontes

Signaalwoorden: Always, never, ever, sometimes, every..., often

+ I, You, We , They = hele werkwoord

She, He, It = werkwoord + S

- I, You, We, They = Don't + werkwoord

She, He, It = Doesn't + werkwoord (zonder s)

? I, You, We, They = Do + persoon + werkwoord

She, He, It = Does + persoon + werkwoord

Time left???

Open LearnBeat 

Studieplanner