Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In de vorige les hebben we het gehad over syllabisch, melismatisch en neumatisch. Als je naar dit fragment luistert bij welk manier van zingen hoort dit fragment.
A
syllabisch
B
melismatisch
C
neumatisch
D
thuis onder de douche
Slide 2 - Quiz
In de vorige les hebben we het gehad over syllabisch, melismatisch en neumatisch. Als je naar dit fragment luistert bij welk manier van zingen hoort dit fragment.
A
syllabisch
B
melismatisch
C
neumatisch
D
thuis onder de douche
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Beschrijf de ontwikkeling in de notatie van de kerkmuziek. Gebruik je tekstboek pagina 54.
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Leg uit waarom de Hildegard von Bingen ondanks dat ze een vrouw is toch een rol speelt in de ontwikkeling van de muziek.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Dit nummer is geschreven door Hildegard von Bingen. Omschrijf twee musicale kenmerken waarop deze muziek verschilt van het traditionele Georgians.
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Gregoriaanse muziek is voornamelijk vocaal. Leg uit aan de hand van het begrip vox humana waarom men kiest voor alleen vocaal.
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Waarom wordt het Gregoriaans vervangen door polyfonie. Wat is hiervan de oorzaak.
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Pythagoras ontwikkelt als eerste een muziektheorie
en een toonladder
eenvoudige toonladder = klanken klinken goed samen
klanken die net harmoniëren = dissonanten worden niet gebruikt
consonant = welluidend
eenvoudige rekenkundige en symmetrische verhoudingen in de muziek leiden tot harmonie
dissonant = onvolmaakt = ketterij
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Leg uit hoe dissonanten ontstaan en waarom de kerk in de middeleeuwen er voor kiest om deze tonen niet te gebruiken. Gebruik je tekstboek pagina 56 en 67